Bom

Veel te snel gaat de telefoon.
De operatie is afgebroken.
Ze moet komen.
De chirurg vertelt.
Hij is zichtbaar ontdaan.
 
Later zit ze bij zijn bed, streelt zijn hand.
Hij komt bij, glimlacht, fluistert: ‘Is het gelukt?’
Haar keel verkrampt.
Zijn ogen vragen, zakken niet begrijpend weer dicht.
Ze wacht, dertig samenjaren glijden in haar voorbij.
Hij slaat zijn ogen op: ‘Is het gelukt?’
Ze schudt haar hoofd.
Weer zakt hij weg.
 
Dan, zijn ogen in de hare, dringt hij aan: ‘Is het gelukt?’
Nee, schudt ze en ziet hoe in hem het licht uitgaat.
Konden ze maar samen wegzakken.
 
 
 
Gekozen op 4-5-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 16 op de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen. Omdat het daar de meeste likes kreeg is het ook publiekswinnaar.

Digitaal ontwaken

Eind jaren tachtig doet de pc zijn intrede in ons huishouden.
Een tijd hou ik me er verre van, ik ben volmaakt tevreden met mijn IBM typemachine met bolletje.
Dankbaar de vruchten plukkend van mijn op de Havo behaalde typediploma rammel ik daar blind en tienvingerig stapels notulen, jaarverslagen en scripties op weg.
 
Maar mijn mannen praten op me in: ‘Je loopt zo achter, met een pc werk je veel sneller en je kan ook opslaan.’
Ik begrijp niet wat ze zeggen maar laat me overhalen.
En zo maak ik begin jaren negentig voor het eerst een werkstuk op een computer.
Het gaat eigenlijk best goed, handig dat je hele stukken tekst kunt verplaatsen, en wissen en corrigeren is heerlijk simpel.
 
Tot de dag voor ik de eindscriptie van een opleiding moet inleveren. Terwijl ik het nawoord schrijf, wordt het scherm zwart.
Ongelovig staar ik er naar, dit kan niet waar zijn!
Maar het is waar, alles is weg. Ik druk op toetsen, er gebeurt niets.
Is de stroom uitgevallen, nee, lampen branden nog.
Foeterend denk ik ‘Wat een klereding, weg ermee, waar is mijn IBM, heb ik al mijn aantekeningen nog, red ik dat nog voor morgen als ik vannacht doorga.’
 
Panisch en in tranen bel ik zoon.
Hij komt. Verbijsterd kijk ik toe hoe hij aan de slag gaat met het apparaat.
Het is een van de eerste keren dat hij ergens zichtbaar veel meer van weet dan ik.
Ineens verschijnen er woorden op het scherm.
‘Heb je die scriptie opgeslagen?’ vraagt hij.
Niet begrijpend kijk ik hem aan, opslaan? Het is mijn salaris niet, en zelfs dat is nauwelijks onderhevig aan opslag.
‘Dan wordt het even zoeken’ zegt hij doodkalm en drukt weer allerlei toetsen in.
Daar verschijnt mijn scriptie, de volledige laatste versie.
Ik kan hem wel zoenen.
 
Maar hij moet even ernstig praten met zijn moeder.
Voor het eerst zijn de rollen omgedraaid en spreekt hij mij toe.
En pas dan dringt het tot me door dat een apparaat een geheugen kan hebben, net als een mens en dat alles wat je er in stopt ergens in dat geheugen wordt opgeslagen.
En dan leer ik over crashen, back-up, reset, control/alt/del, bestanden, opslaan, usbsticks.
Er gaat een wereld voor me open.
 
12-12-2015