Toelichting: Een elfje is een relatief eenvoudig gedicht dat uit vijf regels bestaat en in totaal elf woorden heeft.
Elke regel in een elfje heeft een vaststaand aantal woorden. De opbouw van het aantal woorden per regel is als volgt:
1
2
3
4
1
Een elfje mag doorlopende zinnen hebben. Het hoeft niet te rijmen.
Weet je, Henk was dood en toen vroegen ze of hij in mijn tuin mocht. Ik dacht, ach got die Henk, links achterin is nog een mooi hoekje. De gladiolen deden het goed op hem.
Maar toen kwamen ze met Grietje. En Romana. En Jut en Jul, die moesten bij mekaar natuurlijk. Allemaal links achterin. En je weet hoe dat gaat tegenwoordig, alles mag bij een uitvaart. Daarom zei ik niks van die stilettohak. En dat kunstgebit. En dat Vlaamse oog. Moet kunnen toch?
Maar nou groeit er alleen nog zevenblad.
Doe maar een Berenburg.’
19-7-2018
Toelichting: veel schrijvers deden mee aan de Ultrakort-Vierdaagse. Ik ook. Naarmate de dagen vorderden, grepen veel verhalen in elkaar en zagen schrijvers hun hoofdpersonen in andere verhalen opduiken. Zoals Henk, Grietje, Romana, Jut en Jul in dit verhaal dat ik op de laatste dag van de Schrijfvierdaagse schreef en plaatste.
Mijn wenkbrauwen schieten omhoog, ik dacht dat ze, na een nare scheiding, mannen had afgezworen.
‘We waren zo verliefd maar we hielden het nog geheim. Om die pubers van me, snap je, die vinden me toch al stom. Niemand wist het. Ik kreeg geen kaart. Ik zag de rouwadvertentie in de krant. Een hartaanval. Ik dacht dat ik gek werd. Hij is er niet meer en ik heb niet eens een foto. En nou vergeet ik zijn gezicht steeds. Zijn handen niet. Die blijf ik voelen. Overal.’
Ze zucht, rood kruipt haar hals in.
3-7-2018
Gekozen op 6-7-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 27 op de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen.