Eten

Het verdriet verlamde haar.
Ze vergat te eten.
Steeds vaker brachten bezoekers pannetjes eten mee: ‘Opeten hoor, niet vergeten!’
Soms at ze, vaak vergat ze.
Toen een buurvrouw een maaltje hachee bracht, vroeg de kennis die net binnenkwam: ‘Waarom brengen mensen jou eten? Waarom kook je niet zelf?’
Ze haalde haar schouders op, zweeg.
‘Moet ik ook eten meebrengen?’
Ze schudde haar hoofd.

 

Toen de kennis een paar weken later weer langs kwam, duwde ze twee diepvriesdozen in haar handen.
‘Hier. Eten. Ik had toch restjes. Maar ik doe dat maar één keer hoor, je kan best zelf koken.’
 
2-10-2018
 
Gekozen op 26-10-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 43 op de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen.
 

Louks autoliefde

Vorige week kreeg ik een appje: ‘We hebben autopech. Louk vindt het gezellig, hij wil niet naar huis.’
Ik schoot in de lach want dat snap ik, Louk is dol op auto’s.
Nee, niet op speelgoedautootjes, op de echte.
Dat heeft hij niet van een vreemde: ooms, tantes, beide opa’s, mama: het zijn kilometervreters, helemaal in hun element achter het stuur.
Louk maakt ook kilometers maar dan als passagier, door het Dravetsyndroom zal hij nooit zelf rijden.
Maar op zijn plekje op de achterbank geniet hij met volle teugen van wat hij wel kan: speuren naar vogels, koeien, molens, tunnels, tankstations.
Om zich heen stalt hij puzzels, plaatjes en boeken uit.
Maar het allerleukst is het als er iemand naast hem zit om samen te spelen of liedjes te zingen of te kietelen.
Gewoon jammer dat vorige week de gele auto (ANWB) en papa er al na anderhalf uur waren.
Het was net zo gezellig samen met mama in de auto!

 

Het deed me terugdenken …
Het is 2008, Louk is anderhalf.
Papa en mama moeten ergens heen en brengen hem bij mij.
Omdat ze de achterbank nodig hebben, zetten ze Louks autostoeltje zo lang in mijn keuken en vertrekken.
Als Louk bij mij komt, begint hij altijd met het verspreiden van speelgoed op de tafel, de bank, de vensterbank en de grond.
Niet deze keer.
Hij ontdekt zijn autostoeltje in de keuken en kruipt erin.
En blijft erin.
‘Louk kom je binnen spelen?
Louk lacht, zwaait en blijft zitten.
Ik paai hem met paaseitjes, kaas, olijven, binnen aan tafel.
Louk lacht, zwaait en blijft zitten.
In de keuken bij de afvalbak.
.
Oké, dan maar wachten tot hij het zat wordt.
Een half uur.
Een uur.
Anderhalf uur.
Louk wordt het niet zat.
Als zijn lievelingseten op tafel staat, til ik hem uit zijn stoeltje.
Terwijl Louk aan tafel smult van ‘matat, wost en mayo’ zet ik het autostoeltje in de schuur.
Als Louk alles op heeft, dribbelt hij terug naar zijn plekje in de keuken.
Kijkt zoekend rond.
Jammer zeg.
Dan maar rode, blauwe en gele paaseitjes sorteren op de bank.
 
 
22-10-2018

Desondanks

hyperthermie immuuntherapie oncolytica
kurkuma graviolathee aloë vera

 

strijdlust chakrahealing bloedgroependieet
handoplegging guanabana-extract vitamine C

 

colloïdaal zilver maretak abrikozenpitten
rennen lachen vriesbaden nooit meer zitten

 

pijn gestild bijwerkingen vermeden
met ‘u bent schoon’ is de dood bestreden

 

alleen rouwkaarten en -advertenties baren nu nog zorgen
want ondanks alle remedies wordt er steeds meer gestorven

 

17-10-2018

Ooit

foto Nel Goudriaan

 

 
Als een vogelverschrikker verzonken
in het veen staat hij stijf te luisteren
hoe de murmelende golven en de
zachte bries haar levend fluisteren

 

bewegingloos wacht hij tot
in het water haar hand hem wenkt
haar blik hem zoekt
haar stem hem roept

 

zijn lichaam komt tot leven
zijn waden is als zweven
geluidloos glijden ze de diepte in
boven hen wervelt een waterkring

 

 
 
 
18-10-2018

Geuren van geluk

Oom oogst sperziebonen, snijbonen, penen, kroten in de moestuin.
Met emmers vol komt hij de keuken in.
‘Alsjeblieft, ons wintervoer,’ zegt hij.
Ik help tante met schillen, doppen, afhalen.
Ze kookt de groenten in grote pannen.
De deksels klepperen, de geur van kokende groente vult de warme keuken.
In de grootste pan kookt ze weckpotten en deksels.
Daarna vult ze ze met de gekookte groenten, een zorgvuldig werkje want ze moeten zo steriel mogelijk blijven.
Ze sluit ze en zet ze op de planken in de kelder bij de rijen weckpotten die wachten op de winter.
Ze ruikt naar zweet en odeklonje.
Ze vertelt verhalen over mensen die ik niet ken.
Ineens stopt ze, zegt: ‘Dat zijn grotemensenzaken, daar ben je nog veel te klein voor.’
‘Maar ik ben al heel groot’, zeg ik.
Ik weet niet waarom ze lacht maar het klinkt zo lief dat ik vanzelf meelach.
‘Ga maar bramen plukken’, zegt ze, ‘maar niet te veel eten hoor, dan krijg je buikpijn.’
In de tuin pluk ik handen vol bramen, nooit raken ze op.
Mijn armen en handen, geschramd door de braamtakken, zien rood van het bramensap, ze ruiken zwartzoet.

 

Tante overleed, oom verhuisde naar een seniorenwoning met uitzicht op zijn vorige huis.
Hij maakt vruchtenbowl voor me, net als vroeger tante deed, ‘die bramen zijn van Albert Heijn.’
Genietend lepel ik de herinnering, kijkend naar het oude huis.
De nieuwe bewoners hebben het onherkenbaar verbouwd en de grote moestuin betegeld.
Het geeft niet.
De geur van kokende groente in een warme keuken, van bramenzoet, van tantes odeklonjelach, ze hebben zich onuitwisbaar in me geëtst.
 
geschreven in het kader van een schrijfopdracht: schrijf een verhaal waarin geuren een grote rol spelen
10-10-2018

Reünie

Geanimeerd haalt ze herinneringen op met vele oud-collega’s.
Hem spreekt ze kort.
De volgende ochtend stromen foto’s binnen.
Ook hij mailt een prachtige foto: ‘Geweldig je te zien, je zag er fantastisch uit!’
Verrast bedankt ze hem.

 

’s Middags mailt hij: ‘Bijzondere foto’s van een beeldschone vrouw. Kijk maar.’
Ze staart.
Zes foto’s.
Van haar, van dichtbij, enthousiast pratend en lachend.
Ze rilt.
Ze heeft hem nauwelijks opgemerkt gisteren.

 

’s Avonds tien foto’s, ingezoomd op haar mond en borsten.
Stop hiermee, mailt ze.
Hij reageert meteen: ‘Dit was een amuse, de mooiste hou ik hier, kom ze maar kijken.’

 

 

9-10-2018

 

Gekozen op 12-10-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 41 in de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen. Omdat het daar de meeste likes kreeg is het ook publiekswinnaar.

Alleen

Lang is hij al weduwnaar.
Doet boodschappen, kookt, werkt in zijn tuin, houdt kippen, vermijdt bezoek.
Toch zit ik op een middag bij hem.
Met secure bewegingen schenkt hij thee in een stoffig kopje.
Presenteert een roze koek.
‘Hoe gaat het met u?’
‘Goed’
In een behaaglijke stilte drinken we thee, eten koek.
Hij vraagt: ‘Hoe red jij het alleen?’
Ik knik, ‘prima’, vraag: ‘En u? Zou u weer een vrouw willen?’
Hij neemt de tijd om hierover na te denken.
Ik volg de film op zijn gezicht.
Hij aarzelt: ‘Misschien. Als ze lekker kookt.’
Stilte.
Hij peinst.
Dan, fronsend: ‘Maar ik wil geen polonaise, ze moet ’s avonds gewoon terug naar d’r eigen huis.’

 

6-10-2018

Script

Ze kijkt naar hem terwijl hij de uitslagen zoekt in het dossier.
Jong is hij, gespierd, gebruind, mooie ogen.
Net zo oogverblindend knap als George Clooney in ER of nee, dr. Rossi in Gooische Vrouwen.
Als hij haar aankijkt, komt ze terug op aarde en luistert.
Hij stottert, kwaadaardige cellen, geïnfiltreerd, helaas.
Hij bloost, hakkelt dat het hem spijt, kijkt weg als ze hem aanstaart.
Een waardeloze scène is dit met een abominabel script.
Het eind is onvergeeflijk.
Dit is een slechte film.

 

21-3-2018

geplaatst in de bundel ‘Kort en Prachtig’ uitgeverij Ambilicious november 2018

Horen, zien en …

In de jaren 90 werk ik, eerst als coördinator, later als directeur, bij een telefonische hulpdienst.
Ik train en begeleid de vrijwilligers en heb met velen een goede band.
Elke vrijwilliger doet elke week twee telefoondiensten van vier uur.
Voordat het rooster wordt opgesteld, geven ze door op welke tijdstippen ze wel of niet dienst kunnen doen.

 

Die middag vraagt vrijwilliger Jaap of hij me even kan spreken.
Hij heeft namelijk een plan en vraagt mijn medewerking.
Als hij tegenover me zit, vraagt hij me of ik hem, naast zijn twee reguliere telefoondiensten, ook elke dinsdagmiddag op het rooster wil zetten?
En als zijn vrouw dan op dinsdagmiddag belt naar de telefonische hulpdienst om hem te spreken, wil ik haar dan zeggen dat hij druk aan het werk is op de luisterpost?

 

Ik begrijp het niet meteen en vraag door: wil hij dat zijn vrouw denkt dat hij hier is terwijl hij hier niet is?
Hij knikt, dat heb ik goed begrepen, dat is geen moeite toch?
‘Maar waarom, Jaap?’
Hij zucht over zoveel onbegrip.
Dan vertelt hij dat hij zo verliefd is, ze is zo mooi en lief en intelligent en ze hebben de beste seks die hij ooit gehad heeft. Maar zijn vrouw wil dat niet begrijpen. Dat is jammer maar hoeft geen probleem te zijn als ik meewerk aan zijn plan want dan kunnen zijn vriendin en hij elke dinsdagmiddag ongestoord samen zijn.
Hij straalt.

 

Tot ik vraag: ‘Dus je wilt dat ik lieg voor je?’
‘Nee nee’ zegt hij haastig. Dat zie ik verkeerd, het kan nou eenmaal niet anders omdat zijn vrouw zo moeilijk doet. Als ik dit nou voor hem doe, is iedereen tevreden. Hij heeft een fijne middag en zijn vrouw maakt zich geen zorgen, want wat niet weet wat niet deert toch?

 

Ik weiger.
Zijn vrouw belt inderdaad een paar weken later op een dinsdagmiddag en vraagt naar Jaap.
Die is er niet.
Wat ik haar zeg.
Ze vraagt waar hij dan wel is.
Naar eer en geweten kan ik zeggen dat ik dat niet weet.

 

Korte tijd later stopt Jaap bij de telefonische hulpdienst.

 

 
 
5-6-2017