Verhalend vergezicht

Een vergezicht vertelt langdradige verhalen
als een wijd gesponnen web
van torenspits tot boomtop
van lage daken naar vage verten

 

 
verhalen over druilerige dagen
vervuld van heimwee
naar een horizon die daagde
maar steeds opnieuw vervaagde
over hunkeren
naar liever lichter leven
naar oud verdriet vergeven

 

 
Tot een stormwind opsteekt
het wolkendek openbreekt
en alle verhalen
verdampen in zonnestralen

 

 
8-11-2016
Op 5-12-2018 geplaatst op de site 500 Magazine Aan Zee
 

Liefde

in de terminale thuiszorg

 

‘Of het gaat?’
Ze zucht, leunt tegen de muur.
‘Het gaat omdat het moet.’
Ze kijkt naar de open slaapkamerdeur, daarnet sliep hij, maar hij slaapt licht.
Ze fluistert: ‘Ik zorg voor hem, natuurlijk, we zijn al zo lang samen dan doe je dat. Maar die pijn. En er is niks meer van hem over. Waarom duurt het dan toch zo lang? Ik ben zo moe.’
Haar ogen worden vochtig.
Nog zachter zegt ze: ‘Soms wou ik dat het voorbij was. Maar dat is toch vreselijk, ik hou van hem. Je eigen man dood wensen, dat kan toch niet?’
 
5-3-2018 
       
In december 2018 geplaatst in de online-editie van Antenne Magazine, het kwartaalblad van VPTZ Nederland dat informeert over ontwikkelingen en ervaringen binnen het werkveld van vrijwilligers in de palliatieve terminale zorg

 

Aftellen

Tientallen jaren werkte ze met plezier, met hart en ziel.
Wanneer het begon, kon ze achteraf niet zeggen, het sloop er langzaam in.
Het verstarren als de telefoon ging.
Aarzelen met opnemen.
Wachten tot het rinkelen stopte.
Hopen dat er niets werd ingesproken.
De zucht als de beller aanhield.
Als ze opnam, overwon de jarenlang ingesleten modus van opgewekte doortastendheid.
Luisteren, meeleven, troosten, het was haar tweede natuur geworden.
Wanneer de hoofdpijn erbij was gekomen, wist ze ook niet precies.
Eerst voelde het alsof puistjes werden leeggedrukt op haar achterhoofd.
Later alsof een voor een haar hoofdharen werden uitgetrokken.
De pijn schrijnde haar schedel, nestelde zich boven haar ogen.
In het begin incidenteel, tijdens een vergadering, als ze een intake deed, een functioneringsgesprek voerde.
Nog lange tijd verdween de pijn op weg naar huis maar gaandeweg bleef hij. Vergezelde haar als ze naar bed ging, was er als ze steeds vaker wakker lag, stond op met haar.

 

Op een dag begreep ze wat de hoofdpijn betekende: vierenveertig jaren werken in de zorg eisten hun tol.
Haar lijf was vol, haar geest overvol.
Niets kon er meer bij. Ze was op.
Maar ze moest nog acht jaar.

 

De opmerkzame zoon stelde de vraag die haar wanhoop doorbrak: ‘Acht jaar, weet je dat zeker?’
Samen onderzochten ze de mogelijkheden en ontdekten dat het kon: eerder stoppen.
De immense opluchting en blijheid die haar doortrokken, verjaagden de hoofdpijn.

 

Ze telde: verlofuren, overuren, levensloopuren.
Rekende.
Steeds kwam er dezelfde datum uit: 1 mei volgend jaar.
Dat werd de dag, besloot ze en schreef op de scheurkalender naast haar stoel: 357.
’s Avonds trok ze langzaam en weloverwogen het blaadje los, verscheurde het in ontelbare snippers, gooide ze in de papierbak en keek glimlachend hoe ze naar beneden dwarrelden.
Schreef toen op het volgende kalenderblad het nieuwe getal: 356.
Elke dag een nieuw getal, 355, 354, 353 …

 

Op 30 april 2014 hield ze een aansteker bij het afgescheurde blad, waarop 1 stond. Het ging in vlammen op.
Nog maanden daarna schreef ze elke dag een 0 op het kalenderblad.
Met een smiley. 

 

27-11-2018
Naar aanleiding van Schrijven OnLine schrijfopdracht # 221: schrijf een verhaal waarin een scheurkalender een rol speelt