Sommige woorden vallen uit de lucht en blijven liggen
waar ze landen. Andere hangen in de lucht, als de vleug
van een geur of van fluweel. Als je ze streelt, veranderen
ze van kleur, als je een gedicht voor ze vindt, vangt het licht
hun vervoering of lost hun bouquet op in onbeduidendheid.
Woorden, eenmaal uitgesproken, vullen longen met
opluchting en harten met hoop. Of met anderhalve
meter angstkramp tussen mensen en monden: geef
ruimte, houd afstand! Daartussen, als bij een onverbiddelijke
bloedband, groeien bouwstenen, bloeit samenhang
vol betekenis. Zo zag ik een groenglanzende aventurijn
tussen doffe kiezelstenen op het pad, pakte hem en
vluchtte, stopte, bukte. Ik poetste de kiezels een voor
een en voelde in hun grijze glans het gewicht van
overvloed, de reikwijdte van vertrouwen.