Op een boulevard langs zee dendert een
vrachtwagen voorbij, rebellerende militairen
vuren Angst af dat als onkruid doorwoekert.
Angst welt op uit afvoeren van
gootstenen en wc’s, weeft haar web
van wantrouwen tussen mensen:
‘Wat moet je van me, blijf van me af.’
Angst kleurt kijken, wist liefde om niet.
Er zijn plaatsen, een paar waar
kinderen Angst niet kennen, hem
onbevangen vragen ‘Kom je
buiten spelen?’ hun speelgoed delen.
Maar als Angst ook hen raakt, ontvlamt
hun woede laden ze het magazijn van hun
speelgoedgeweer met kogels van afweer
en schieten. Op alles wat hen beweegt.