Ik plaats dit gedicht nogmaals, onderaan lees je waarom
Onder het beschermende Wisteria blad
verstilt hitte ons moeten en willen, tot
gekreun klinkt, wij zijn het niet. Onwillig
zoeken we, zien tussen klaterend blauw
knobbelige staken waaruit onheil sijpelt, we
deppen, snoeien wat zeer doet, maar stuk
blijft stuk. We kappen de stam, in droge aarde
zoeken we in wirwar en janboel tot het
bittere einde, trekken het voorbije los, halen het
omhoog. De los gewoelde wortels verdragen
het daglicht niet. We blazen onze handen
schoon. Er is niets. Dat is alles.
—
Ik heb dit gedicht eind vorig jaar ingezonden naar de grote gedichtenwedstrijd Prijs de Poëzie 2022.
Het haalde de eerste ronde, onlangs ontving ik de feedback van de jury:
‘- In dit mooie fijngevoelige gedicht leeft de spreker samen met anderen in de beschermende schaduw van een wisteria. Die boom staat in verschillende culturen symbool voor de romantische liefde, en ook de wisteria in dit gedicht laat zich op die manier begrijpen. Dat die liefde onderhouden moet worden, blijkt uit de tweede strofe, en in de derde strofe lijkt de boom en daarmee de liefde ten eind te zijn.
Het is heel mooi hoe je met de laatste regel het gedicht ten ruste legt: ‘Er is niets. Dat is alles.’ Als leestip geef ik je de dichter Eva Gerlach mee, die je volgens mij zeker zult waarderen.-‘