Troost

In Utrecht stapt ze in, we groeten elkaar.
Ik knik naar buiten: ‘Fijn hè, eindelijk droog?’
‘Zo nat als de laatste tijd was het nog nooit terwijl het vorig jaar zo droog was.’
Ze kijkt me aan, aftastend lijkt het, vervolgt voorzichtig: ‘de natuur herstelt zichzelf, dat wordt bestierd.’

 

De trein vertrekt, zwijgend genieten we van de zachte decemberzon op de weilanden.
‘Gaat u ook naar Amsterdam?’
‘Nee, ik ga door naar een vriendin in Castricum, u wel?’
Ze vertelt wat er allemaal geregeld is zodat zij vandaag naar Amsterdam kan.
De afgelopen weken werden bepaald door slecht nieuwsgesprekken en tegenslagen.
Haar man is ziek, al jaren maar nu ‘zit het overal.’
Ze wilde zo graag nog een laatste keer met hem naar Lourdes.
Vierentwintig keer zijn ze er al geweest: ‘Weet u, de rust daar, de aandacht voor elkaar, liefde, dat is het wonder van daar zijn, dat is zo fijn!’
Maar het kan niet, het is te zwaar geworden voor hem.
Haar dochter drong er op aan dat ze vandaag naar de Onze-Lieve-Vrouw-van-Lourdeskerk zou gaan in Amsterdam, dan blijft zij bij haar vader.
Surrogaat maar ook fijn.
Vorige week waren ze 56 jaar getrouwd en wilden uit eten met hun gezin.
Om dat te vieren.
Maar toen ze klaar stonden om te vertrekken, zakte hij in elkaar.
‘Toen hebben we maar pizza’s besteld.’
Haar mond lacht, haar ogen niet: ‘maar eten ging ook niet meer en nu komt hij niet meer van bed.’

 

Terwijl ze vertelt kiert het herinneringenkamertje in mijn hart open.
Maar ik zwijg, weet nog dat een luisterend oor mij destijds meer goed deed dan verhalen van en over anderen.
In deze stille, bijna lege treincoupé beweegt de tijd heen en weer tussen toen en nu.
Ze vertelt dat ze samen hebben gepraat: ‘Alles is uitgesproken.’
Dan, ineens fel: ‘Wij hebben het goed gehad samen en lang ook. En natùùrlijk weet je dat dit een keer komt, dat wisten wij ook echt wel. Maar niemand vertelt je hoe zwáár deze tijd is!’
Ze schiet vol, ik ook, machteloos kom ik niet verder dan: ‘Ja, het is zo zwaar.’
‘U ook?’
‘Ja, ik ook, lang geleden.’

 

Op Amsterdam Amstel stapt ze uit, we kijken elkaar aan, allebei wat verlegen met de intensiteit van onze ontmoeting.
‘Dag mevrouw, een fijne dag bij uw vriendin.’
‘Dankuwel, dag mevrouw, ik wens u een goede dag in de kerk.’

 

Ze verdween naar de achtergrond in de drukke decembermaand.
Tot ik na de Kerst de tv-serie zag: ‘Francis naar Lourdes.’
Een impressie van wat Lourdesgangers beweegt en bezighoudt.
Toen kwam ze terug in mijn herinnering.
En begreep ik haar nog beter.

 

 

10-1-2023