Tweeluik deel een
vurige scherven schuren
langs open zenuwen en
snerpend oud zeer
onopgemerkt door wie niet kijkt en
niets hoort, geraakt en gered door
wie de ziel ziet, het lijf begrijpt en
ingrijpt, ruis en regels omzeilt
liefdevol los schraapt wat de
weg verspert. Licht en leven doorlaat
———————————-
PS
‘ik kan u wel zoenen’ zei ze later
hij lachte: dat hoeft niet hoor.’