Gisteren klopten ze aan, ik liet ze binnen.
Nu staan ze in mijn gang.
Schoenen.
Hele grote.
Ze vertellen verhalen over ver en vreemd en veel te veel.
Over gestoten neuzen, gebroken hakken, gaten in zolen, verloren veters.
Ik luister, troost met macaroni, grapjes en wat wijze woorden.
Geef ze een bed, een bad, een borstel en wat schoensmeer.
En een zetje: poets jezelf tot je weer glimt en glanst als nieuw.
Je kunt het.
Er staan schoenen in mijn gang.
Hele grote.