Als ’s morgens de bus komt, ga ik met de kindjes spelen en met Vlien en Mandy.
Als de bus niet komt, speel ik lekker thuis.
Met mama of papa of Col of Jacqueline.
Op sommige dagen wil ik met oma spelen.
Dan zeg ik tegen mama: ‘Noukie oma spelen.’
Soms kan dat niet, ook niet als ik het heel vaak zeg.
‘Ach gossie’, zegt oma, als mama haar vertelt dat ik zo graag bij haar wil spelen, ‘dat zijn miskriebels, dat snap ik wel hoor, dat heb ik ook als ik Louk een poosje niet zie.’
Als mama zegt dat ik straks bij oma ga spelen, ben ik zo blij!
Dan doe ik snel alles wat mee moet in de mand en dan wacht ik tot we gaan.
Als we bij oma zijn, haal ik de dieren uit de la en de gekleurde blokjes van de vensterbank en pak oma’s hand: ‘Noukie oma boven spelen.’
Maar oma moet eerst koffiedrinken en praten met papa en mama.
Dat duurt zo lang. Waarom praten grote mensen zo veel? Spelen is veel leuker.
Ik ga maar vast naar boven.
Op mijn kamer ga ik op het bed zitten en leg alle plaatjes om me heen.
Af en toe ga ik naar beneden om te kijken of ze klaar zijn met koffie drinken.
‘Oma boven spelen’ zeg ik tegen oma, maar oma zegt dat ik even moet wachten tot papa en mama weg gaan.
Eindelijk gaan ze weg.
Hoera, kom oma, boven spelen.
Maar oma moet eerst plassen. Boven aan de trap wacht ik op haar.
Hèhè, daar komt ze, nou gaan we fijn spelen.
Eerst maak ik een schilderij van oma’s sjaal met mijn dierenkaartjes erop.
Dan aai ik oma’s gele vloer want die is lekker zacht en dan leg ik haar mooiste kaarten erop.
Als dat klaar is, geef ik oma balletjes aan en wijs ik haar precies waar ze de rode en de blauwe moet leggen op de rode vloer.
Soms legt ze ze op de verkeerde plek maar dan pak ik het balletje en geef het haar weer en wijs haar de goede plek.
Net zo vaak tot ze het goed doet.
Als ik honger heb, bakt oma een ei en patatjes en paprika en champignons.
Na het eten wil ik verder spelen met oma maar dan komen papa en mama alweer.
Nu vind ik het niet erg als ze nog heel lang praten want dan gaan we nog niet weg.
Ik ga gewoon heel stil naar boven want ik ben nog lang niet klaar met spelen.
Net zo lang tot ze me komen halen.
Dan gaan we echt weg.
Jas aan, schoenen aan.
Doewie oma, tot de volgende keer!