in de terminale thuiszorg:
‘If you love a flower, don’t pick it up
Because if you pick it up, it dies
and it ceases to be what you love.
So if you love a flower, let it be.
Love is not about possession.
It’s about appreciation.’
Deze tekst van Osho herinnert me aan de haiku die ik tijdens de VO Supervisie en andere begeleidingsvormen (Haagse Hogeschool 1993-95) tegen kwam:
‘Wanneer ik behoedzaam toekijk
zie ik bij de haag
de nazoena bloeien’
In mijn laatste werkkring coördineerde en begeleidde ik de inzet van vrijwilligers bij mensen die terminaal ziek waren, zodat de mantelzorg er even tussenuit kon. Belangrijk was dat de zieke akkoord ging met de inzet van vrijwilligers.
Soms wil familie graag ondersteuning maar de zieke niet. Soms gaat een zieke ogenschijnlijk akkoord, voor zijn familie, maar wil het eigenlijk niet. Dit is een voorbeeld van het laatste, van een roos die ongewild geplukt werd:
Vrijwilliger Martha komt voor het eerst bij een huisarts in ruste. Hij heeft veel pijn, weet dat zijn einde nadert maar alles in hem verzet zich tegen afhankelijkheid. Zijn kinderen willen hem niet meer alleen laten maar kunnen er zelf niet altijd zijn. Om hen ter wille te zijn, heeft hij er mee ingestemd dat er af en toe een vrijwilliger komt. Dat dat niet van harte is, blijkt uit zijn begroeting van Martha als ze voor het eerst komt: ‘Wat kom je doen?’ Ze vertelt dat ze zoals afgesproken een paar uur bij hem blijft. ‘Dat dacht ik niet’, zegt hij, ‘het gaat prima met mij, ik hoef geen oppas, rot maar op.’
Martha, een stevige ervaren vrijwilliger, niet op haar mondje gevallen, is nu toch even stil.Wat nu? Als ze rechtsomkeert maakt, blijft hij alleen achter, er is niet zo snel iemand anders die kan komen. Ze zegt dat ze weg zal gaan als hij dat wenst.
Maar ze komt van ver en heeft dorst, vindt hij het goed dat ze eerst een kopje thee drinkt in de keuken?
Haar vriendelijkheid is onweerstaanbaar en verzacht hem.
Minzaam staat hij het toe. Hij gaat naar de huiskamer, zij naar de keuken.
Daar zit ze, denkt na en besluit zijn wens te respecteren. Als hij echt niet wil dat ze blijft, zal ze vertrekken, kome wat komt.
Ze staat op, klopt op de huiskamerdeur, hoort een grom en gaat naar binnen. Maar voordat ze hem haar besluit vertelt, zegt ze in een opwelling, wijzend naar foto’s die hij aan het inplakken is: ‘Wat een mooie kindjes!’
Het blijkt een gouden greep. Hij begint te vertellen en houdt niet meer op.
Ze staat en luistert tot hij na een kwartiertje een beetje gegeneerd zegt: ‘Ja, ga nou maar zitten.’
Op de afgesproken tijd vertrekt ze.
‘Als u dat wilt, kom ik graag nog eens’, zegt ze.
Hij knikt genadig. Dat mag.
Pluk je de bloem dan ontneem je hem zijn voeding en zijn zelfstandigheid.
Blijf je behoedzaam toekijken, dan respecteer je zijn eigenheid en zie je hoe hij bloeit.
12-10-2015