Hoe hun stemmen schalden over het warme
strand, mensen schreeuwden, meeuwen krijsten.
Ver zwommen ze, de horizon bijna binnen handbereik.
’s Avonds bij het vuur lachten ze het leven losser, de liefde lichter.
Haar ogen straalden, hij genoot van haar mond die hem gul onthaalde.
Hoe later die zomer stemmen groeiden in zijn hoofd. Ze
annexeerden zijn lijf, zijn leven. Lang stond hij langs de
waterlijn, zijn blik leeg, zijn hoofd luisterend scheef.
Hij zweeg op haar plagen, haar vragen. Toen ze huilend
in de herfst vertrok, sloot zijn cocon zich hermetisch.
Hoe langzaam toen zijn taal verdween, zijn lijf
log werd, zijn huid puisterig. Hoe hij bevend leefde
willoos hun bevelen volgde, schreeuwde, scheurde
sneed, alles in en om hem stuk stak.
Hoe hij hunkert naar de spuit die de stemmen doet
zwijgen, die vlak voor hij oplost in chemische mist,
het vacuüm tevoorschijn tovert van die zorgeloze
zomer waar hij even, heel even maar, weer samen is met haar.
Wow, wat een tegenstellingen in één leven, mooi verwoord in één gedicht !
Dankjewel Hannie ❤?
Het leven, zo mooi verwoord. ❤
Ja, zo gaat het soms, helaas.
Mooi, triest. Tragisch. Ja, zo gaat het soms.
Ja, zo gaat het soms. Ik putte hier uit herinneringen uit de tijd dat ik werkte in de psychiatrie.
Wat kun jij dit toch goed, Cora. Heel mooi!
Dankjewel Remke!