‘Geliefde edelvrouwe’

Brugklasser was ze, Corderiaan ondanks haar ontbrekende rekenvaardigheden.
Onzekere puber met prille puistjes, die zich zo onopvallend mogelijk bewoog tussen haar klasgenoten, in de klas verankerd op de hoek achterin, verstopt achter haar pony.
‘Lootjestrekken’ had de klassenleraar eind november verordonneerd, ‘lootjes ruilen mag niet en wee je gebeente als je tegen anderen zegt wie je hebt!’
Ze maakte een zwarte piet van gekleurd papier voor een klasgenoot die ze nauwelijks kende en schreef een vriendelijk gedicht bij een chocoladeletter.

 

Op vijf december was het zover, sinterklaasfeest tijdens de vijftig minuten die de les Nederlands duurde. 
In hoog tempo werden de pakjes uitgepakt, gedichten voorgelezen, surprises bewonderd en werd de sint bedankt voor cadeautjes van een paar gulden.
Bijna aan het eind was ze aan de beurt. 
‘Opschieten’ maande de docent.
Haastig scheurde ze het papier van het pakje tot ze een klein stukgelezen dichtbundeltje in haar handen had.
Huh?
‘Opschieten, voorlezen’, drong de docent aan.
Aarzelend begon ze aan het gedicht: ‘Geliefde vrouwe, hierbij mijn stille ode aan u, o wonderschone edelvrouw.’
Geschater schalde door het lokaal.
Ze kleurde felrood tot diep in haar hals.
Gelukkig ging de bel.

 

Vierenvijftig jaar later weet ze nog steeds niet wie het was.

 

5-12-2019

8 thoughts on “‘Geliefde edelvrouwe’

  1. Nu kamp ik met gemengde gevoelens:
    Bewondering voor de schrijfster die in het kort, maar prachtig geschreven, een jonge-meisjes tragedie neerzet. Meededogen met dat kind van toen, temidden van die lachende klasgenootjes. En net als de schone edelvrouwe nieuwsgierig naar wie de ‘Sint’ van toen toch wel was. En last, but not
    least, alle respect voor de timing van de plaatsing van dit verhaal!

    • Bewondering, mededogen, nieuwsgierigheid en respect, da’s een handvol voor een kort verhaal. De schrijfster deelt, terugblikkend, vooral het mededogen met dat meisje van toen. Wellicht een troost: het was een eenmalige melige lachbui, waarbij vooral de vraag rondging: wie schrijft zoiets in hemelsnaam? Die vraag gaat dus een leven lang mee, 😉 en zal wel niet meer beantwoord worden.

  2. Een visionair had je in de klas. Kun je niet door afstrepen erachter komen wie het was? Het was de andere onzichtbare observator en dichter. Ja, het is goed mogelijk dat het de leraar was, die al zag dat je taalgevoel had.

    • Odile, wat een vondst: het was een visionair ;-). Ik heb die kerstvakantie in gedachten alsmaar afgestreept maar kwam er niet uit, ook in de wandelgangen kwamen er geen opties, het werd alom een rare actie gevonden. Tja, je bent niet de eerste die de docent oppert, en dat is niet meer te achterhalen.

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.