Kaart

We praatten over vroeger, kwalen, kinderen.
Haar nuchterheid en mijn ironie maakten het leven behapbaar.
Nuchter bleef ze, tijdens onderzoeken, na het slechtnieuwsgesprek.
Ik weifelde, ging toch naar haar toe.
Coronaschone handen, niets aanrakend, op anderhalve meter afstand.
‘Stel je niet aan’ zei ze.
‘Ik wil je niet besmetten.’
‘Ik ga toch dood.’
En toen lachten we toch als vanouds.

 

Nu, in een hospice ver weg, is ze te moe om te bellen, te appen.
Kaarten sturen mag nog, zegt haar dochter die vertelt hoe hard haar moeder achteruitgaat.
Tientallen kaarten gaan door mijn handen.
Ik vind de goede niet.

 

30-3-2020
Dit verhaal werd op 3-4-2020 gekozen als een van de vijf ultrakorte verhalen van week 14 die opvielen in de Facebookgroep Schrijven Magazine Ultrakorte verhalen vanwege hun originaliteit, verrassende wending, kwaliteit of spraakmakendheid. 

6 thoughts on “Kaart

  1. Zo herkenbaar! Maar ‘ de juiste woorden’ zijn nog belangrijker dan ‘de juiste kaart’, en vindt die maar eens..

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.