(een verhaal van ver voor de coronavirusuitbraak)
Het is lente, zonnig, overal bot pril groen uit.
Vanachter het raam kijkt ze verlangend naar buiten.
‘Ma, zullen we naar buiten gaan?’
Ze knikt.
Ik ga op zoek naar een verzorgende want ma’s voet moet nog gezwachteld.
De dienstdoende verzorgende is druk maar ze komt zo, belooft ze.
Een paar minuten later stuift ze binnen.
Bezweet vraagt ze me, boven mijn moeders hoofd, ‘Moet ze echt gezwachteld, ik ben niet bevoegd en ik sta alleen, er is geen zwachtelbevoegde vandaag.’
‘Ja, haar voet moet gezwachteld, anders wordt hij dik als we zo naar buiten gaan. Kan je het wel, zwachtelen?’
Ze knikt.
‘Doe het dan maar, op mijn verantwoording.’
Ze zwachtelt ma’s voet.
‘Au’ klaagt ma.
Weer vraagt de zwachtelzuster me boven haar hoofd: ‘Kan ze niet een keer zonder?’
Weer zeg ik: ‘Nee, dan wordt haar voet erg dik als we naar buiten gaan.’
Ze maakt de zwachtel los, begint opnieuw.
Mijn moeder grimast, verbijt zich.
‘Als ze het niet wil, doe ik het niet hoor.’
Na de derde poging lopen de tranen over mijn moeders wangen.
‘Laat maar, ik wil niet naar buiten, ik ben iedereen tot last.’
Nou…en nu zit ik hier met een brok in mijn keel ?
Snap ik ?
Praten over je moeders hoofd heen, alsof, met zere benen, zij ook niet meer in staat zou zijn om antwoord te geven op vragen die juist haar aangaan! Hoe vernederend! En dan ook nog worden pijn gedaan door diezelfde, ondeskundige verzorgende! Zo begrijpelijk, dat de maat bij je moeder (over)vol was!
Precies, dat is wat daar gebeurde. Noot: Dit is uit het leven gegrepen, zij het niet het mijne. Ik schreef dit verhaal en plaats het met toestemming van betrokkenen.