Sloten waarin wolken weemoed zich spiegelen
verweerde daken, bouwvallige bruggen
Monetmozaïek van junigroen
Uit de kerk waar ik nooit meer kom
klinkt het orgel als het harmonium
waarop mijn vader destijds speelde
Automatisch zing ik mee
‘die wolken, lucht en winden
wijst spoor en loop en baan
zal ook wel wegen vinden
waarlangs uw voet kan gaan’
Mijn voeten gingen van tweehoog
vijfennegentig c naar driehoog vijfenveertig
stopten in deze tuin van drieëntwintig
Van een stinkende stortkoker vol
oud zeer op het keukenbalkon naar
de gft-bak groengeurend naar lavendel
en geluk naast mijn ligstoel in de zon
Mooi!
?❤
Je hebt je goed gekweten van de taak om een lastig, onpoëtisch woord in je gedicht aan te brengen?. Zelfs 2 kon je er in kwijt?.
En heerlijk hoe je, via veel omwegen (Gods-??) toch heerlijk in een tuin naast heerlijk geurende lavendel (in de gft-bak) in je ligstoel belandt?.
Dankjewel, het was een leuke uitdaging ?❤
Moeilijke opdracht, maar knap geschreven, Cora.
Ja, dat was even puzzelen en zoeken naar een goed woord en een passende invalshoek ?