Ze zitten tegenover me in de metro.
Hij klemt een tas in zijn armen waaruit een Legodoos steekt.
Ik glimlach, dit is een overbekend, zij het gedateerd tafereel voor me.
Glunderend vertelt hij me dat hij straks thuis meteen de helikopter gaat bouwen.
Eerst natuurlijk volgens de bijgevoegde bouwtekening.
Daarna komt het leukste: kijken wat er anders en mooier kan, aan de vleugels misschien of bij het onderstel.
Hij glimt al bij het vooruitzicht.
Ook zij stappen bij de volgende metrohalte uit.
Bij de bushalte zie ik ze weer.
Terwijl we wachten op de bus, schreeuwen een eindje verderop een stel opgeschoten jongens naar elkaar.
Een vechtpartij ontstaat.
Het jongetje schrikt, grijpt haar arm, ‘Mama ik ben bang’ hoor ik hem zeggen.
Ze bukt, aait zijn hoofd, fluistert iets in zijn oor.
Zijn gezicht klaart op, lachend stappen ze hand in hand de bus in.
Ik wou dat ik hem was.
Mooi in beeld gebracht Cora: de voorpret, de angst voor.. én de troost die uitging van wat Mama hem influisterde. Wat zal ze toch gezegd hebben?
Dankjewel Hannie. Tja, dat blijft een raadsel. Jammer!
Zullen vast mooie troostwoorden van de moeder zijn geweest
Ja hè? Dat denk ik ook, daarom was ik zo nieuwsgierig …
Mooi en intiem verhaal, met beetje nostalgie dat geeft het nog meer intentie. Goed observeerster ben je.
Liefs, Aaltje
Dank Aaltje!
Mooi, die kleine veilige microwereld die het wint van de boze buitenwereld. Hij hoeft er nog even niet in.
Ja, en mooi jouw verwijzing naar Annie MG Schmidts ‘Dit is het land’: ‘wees maar niet bang, je hoeft er nog niet in.’ Dat gedicht illustreert dit verhaal, of andersom natuurlijk.
Hoe mooi geobserveerd en verwoord!
Dank Ellie, het tafereel was een cadeautje tijdens het wachten in metro en op de bus!