Ik weet precies wanneer het gebeurde: afgelopen maandagmorgen!
In een schrijfgroep las ik de nieuwe weekopdracht: Schrijf een kort verhaal waarin je het woord Oxymoron gebruikt.
Ik hou van woorden dus zei hardop: ‘Oxymoron’, ik fluisterde het, proefde het op mijn tong.
En dat was de trigger, meer had het niet nodig: het nestelde zich in mijn brein.
Sindsdien giert het door mijn lijf.
Niets helpt, het overstemt talkshows, covidmaatregelen, Cohensongs, boswandelingen, gesprekken.
Erger nog: vanmorgen bleek het uitgezaaid: nu hoor ik het in alle woorden met o’s!
Zelfs dichten is geen remedie meer: de poëzieles over Cees Noteboom veroorzaakt jeukende o-vormige galbulten.
Ik belde de huisarts.
Langskomen mocht ik niet, zei hij, want hij kent deze virusvariant niet en kan dus ook niet inschatten hoe hoog het besmettingsrisico is.
Een geneesmiddel heeft hij niet, zijn dringende advies is: minstens twee weken anderhalve meterafstand houden van o-woorden.
En oordopjes dragen.
Nou ja zeg, hij begrijpt er werkelijk niets van: oxymoortjes in mijn oren!
Dus zoek ik zelf oplossingen.
Stofzuigen helpt enigszins, vooral als ik tegelijkertijd knetterhard ‘Zeg maar niets meer’ meezing met André Hazes.
Toch hoor ik zelfs daar doorheen nog een achtergrondkoortje dat vals dreunt: ‘Óxymórón óxymóhòhòhòrón!!!’
Fantastisch geschreven Cora
?? dankjewel Corry!
Leuke, Cora Oxymora!
‘k Geniet van je schrijfsels hoor, al komt het er vaak niet van je dat te laten weten. Bij deze?
Dankjewel en dat maakt het des te leuker als het er een keer wél van komt ?
?