Louk logeert een nachtje bij oma.
Hij is vijf, overdag is hij zindelijk, ’s nachts niet, zo gaat dat bij kinderen met het syndroom van Dravet.
Als ik ‘s morgens zijn deur open, zie ik een opgewekt spelend manneke, gehuld in poepgeur.
Eerst naar de badkamer dus.
Daar pel ik zijn slaapzakje en pyjama van hem af.
De geur wordt stank.
Toch jammer dat een mens wel zijn mond en ogen kan sluiten maar niet zijn neus.
‘Papa en mama komen zo’, zegt Louk.
‘Nee’, zeg ik en hij vult aan: ‘Papa en mama weg, Noukie met oma.’
‘Zo is dat, wat gaan we doen Louk?’
Hij wil naar beneden, melk drinken, een cracker met kaas eten en dan spelen, maar accepteert dat dit voorgaat.
Kleren en washandjes liggen klaar.
Voorzichtig en behendig trek ik de luier los, een mens verleert dit kennelijk niet.
Ik hoop op een stevige inhoud, die samen met en in de luier in het klaar liggende plastic zakje afgevoerd kan worden.
Soms lukt die operatie wonderwel.
Vandaag niet, zie ik aan zijn billen.
Terwijl ik de luier in het zakje doe, schuift Louk langs de verwarming, die is lekker warm aan zijn blote lijfje.
Alleen zitten nu zowel zijn billen als de verwarming vol bruine klodders.
Hem maakt het niet uit, hij vindt niks vies, daar kan een mens nog wat van leren.
Ik laat hem even zo staan, en maak een washandje en een sopdoekje nat.
Dan trek ik hem een stap naar voren, maak snel de verwarming schoon en bijna in dezelfde beweging zijn billen.
Gewillig staat hij voorover, voor hem is dit dagelijkse kost.
De verwarming is schoon, zijn billen na een paar keer poetsen ook.
Dan nog een laatste keer een schoon washandje met zeep, afdrogen, een likje bodylotion.
‘Zacht’, zegt hij, ja dat voelt zacht.
Dan gauw zijn kleren aan.
Terwijl hij bij het traphekje wacht, werk ik alles weg waar poep aan zit of zou kunnen zitten.
Dan loop ik voor hem uit de trap af.
Op de onderste tree wacht hij: ‘een, twee’ zeg ik en bij ‘drie’ springt hij.
Wij koesteren onze rituelen.
Terwijl Louk zijn beker melk pakt, rond ik de poepgerelateerde handelingen af.
De luier gaat in een tweede, goed dichtgeknoopt plastic zakje in de container.
Weer was ik uitgebreid mijn handen en ga dan met mijn neus snuivend langs Louk en mijn handen.
Pas als ik alleen nog maar Zwitsal-aroma ruik, is ‘operatie poep’ klaar.
Tijdens mijn welverdiende koffie peins ik over de varianten van viesheid van poep:
Een poepluier verschonen van een kleinkind vind ik niet leuk maar niet echt vies.
In de verpleging leerden wij hygiënisch om te gaan met feces, een neutrale benaming die het makkelijker maakte mensen te wassen die afhankelijk waren van ons voor deze intieme handeling. Leuk was het niet, niet voor hen en niet voor ons, toch, vies vond ik het meestal niet.
Toen daarentegen een cafébezoeker onlangs een menselijke drol aan de buitenkant van mijn schuur deponeerde, ruimde ik die kokhalzend op, met plastic handschoenen aan, boende de tegels met sop en chloor na, waste daarna vele malen mijn handen.
Maar toch bleef ik het ruiken. Ècht vies!
Poep, zo gewoon, iedereen heeft het, het is zelfs een stopwoord: ‘Shit’ hoor je aan alle kanten, tegenwoordig hoor ik ook vaak ‘kak’.
Maar als gespreksonderwerp blijft het meestal een taboe.
Ik weet niet wat het is, maar vandaag lijkt de poep aan mij te kleven. Eerst vanmorgen een gesprek met iemand die jaren geleden een ernstig darmprobleem had, later mijn zoons online biologieles afgeluisterd (over poep) en nu jij, met een mooi en smeuiig poepverhaal! Het hangt in de lucht! Ik blijf de rest van de dag maar binnen.
Haha, echt een poepdag dus, 🙂
Ja, echt een poepdag 😁
Maar die heb jij wel vaker met Louk, denk ik. Je doet het toch maar mooi allemaal. Petje af, hoor!
Ja dat klopt, hoort bij het (af en toe) zorgen voor Louk, went en je verleert het niet 😉😊
Echt een poepdag dus. Kwam bij mij de herinneringen boven van de Merwebolder, als wij dan soms bij 6 van de 10 bewoners dulcolax zetpillen moesten geven op 1 dag. Dan heb je wat te “ruimen” , gelukkig kon ik er goed tegen😉
Zo zeg, dan snap ik dat je veel herkent in dit verhaal, had je inderdaad heel wat te ruimen! Mazzel dat je er goed tegen kon 😊!
Mooi verhaal Cora!
Herkenbaar ook, ook dat verschil tussen ‘vies’ en ‘vies’. Van de kleine kinderen poepruimen vond ik geen probleem, maar van de hond.., dan kon ik alleen maar kokhalzen, moesten mijn man of de, inmiddels wat grotere, kinderen het overnemen.
Ook toen onze ouders zo oud waren, dat het soms misging, wilde mijn maag zich maar steeds omdraaien en was ik blij als iemand anders de klus kon overnemen. Petje af voor jou, in allerlei opzichten!
Ha ja, ook voor jou herkenbaar dus, dat verschil tussen vies en víés 😉!
Cora toch, wat beeldend geschreven, mijn ipad begon te ruiken.
“Ik /wij koesteren rituelen” …..ik zag het je doen samen met Louk.
Het ontroerde mij, zo liefdevol jullie “samen zijn” …..zijn..
Ja, hoe je poep ontroerend kan schrijven hè?