Ze dwarrelen uit wolken weemoed, zweven in
blauwe ballonnen, echoën in een diepe stem
landen in halflege stiltecoupés waar ik ze
verzamel en meeneem in mijn rugzak.
Thuis sluimeren ze in de kieren van mijn brein tot
de schemer mijn ogen sluit. Regengeruis klinkt in
vergeten straten, mijn kindervoeten struikelen naar
het huis dat wenkt, een ballon zweeft omhoog in oneindig
blauw tot de merel me wakker zingt en stilte opstaat.
De eerste koffie jaagt de laatste dromen de wolken
in die langzaam over drijven, verdwijnen achter de einder.
Ik moet weg, mijn rugzak wacht.
Wow, wat een sfeervol gedicht heb je gebrouwen van allerlei herinneringen!
Dank je! ‘t Is een mengelmoesje van fantasie, associaties en beelden. En smeden maar 🙂
Prachtig weergegeven Cora👌
😃 dankjewel Corry!
Mooi dat vage niemandsland tussen slapen en ontwaken. Ik voel de balonnetjes zweven.
Ja precies daar waar dromen zich bewegen 🙂