De conservatoriumstudente boven haar rook haar door de muren.
Natuurlijke doodsoorzaak besloot de politiearts.
Haar zoon bleek onvindbaar.
Zoekend keek de stadsdichter rond, wie was deze vrouw?
In haar keuken blauwe broodresten, melk groeide groen het pak uit.
Op de vensterbank stond, tussen dode planten, een stoffige fles Peter Heering.
Op tafel zijn dichtbundel, stukgelezen, een vergeelde brief als bladwijzer.
Bij de uitvaart speelde de conservatoriumstudente Imagine.
Blozend las de stadsdichter de brief voor:
‘Mijn liefde voor jou overleeft zon en maan
hou jij van mij zet onze fles dan voor je raam
dan bel ik aan. Je Valentijn 14-2-2002’