De lucht strooit glasheldere spatjes die je pas voelt als je stil staat en luistert, gezicht omhoog.
Op open stukken geeft de novemberwind ons een draai om onze oren.
Onder bomen dwarrelen buien van gele en rode bladeren op ons neer, oplichtend in de lage zon.
Als andere wandelaars ons pad kruisen, vallen gesprekken stil.
Vriendelijke groeten worden uitgewisseld.
‘Goede middag’
‘Goeie morgen’
‘Goeie middag’
Wat is het eigenlijk, ochtend of middag?
Het doet er niet toe.
Tijdloos lopen we door.