Routineus wierp zijn moeder vier jongen, ze stond alweer op haar poten toen er nog iets volgde.
Walgend keek ze naar het slappe zakje botten, wat was dit voor misbaksel?
Haar jongen groeiden voorspoedig, leerden prooien vangen, vijanden vermijden en samen eenstemmig huilen.
Behalve misbaksel Wolfje.
Hij zong vaak en hartverscheurend ‘Erbarme dich’ tot hem de bek werd gesnoerd omdat zijn gezang vijanden naar de roedel leidde.
Eten vangen mislukte meestal, als hij al eens een kip of konijn ving, dan ontsnapten die meteen want Wolfje was banger voor hen dan zij voor hem.
Bovendien belemmerde zijn motoriek hem, hij struikelde meer dan hij rende.
Zijn talent om prachtige pirouettes te draaien bleef helaas onopgemerkt.
Dat dit buitenbeentje, twee jaar later bij de geboorte van de volgende lichting jongen, de roedel werd uitgezet, was, in wolfoptiek, onvermijdelijk.
Eenzaam en onhandig zwierf Wolfje rond.
Tot er op een avond, terwijl hij eten zocht in een gft-container, een meisje voor hem stond, in een rode hoodie.
Ze schrokken van elkaar maar renden geen van beiden weg.
Van de bodem van de gft-container diepte ze restjes kipsaté op die ze samen oppeuzelden.
Niet eerder was iemand zo lief voor hem.
Vanaf die dag vergezelde hij haar, naar school, naar het hockeyveld, naar haar zieke oma die afgelegen in een bos woonde.
Waarom het, een paar maanden later, bij oma zo gruwelijk uit de hand liep?
Het blijft gissen.
Was het zijn chronische ondervoeding?
Een plots opvlammend oerinstinct?
Of was het zijn onvermogen te leven met de liefde van het meisje?
Vast staat dat Wolfje, staande naast oma’s bed, haar vlezige armen zag, verlekkerd haar geur opsnoof en in een opwelling haar handen greep, likte, afbeet en opvrat.
Dat bleek slechts een amuse.
Hoewel ze wat overrijp smaakte, verslond hij haar vervolgens met huid en haar.
Toen hij de deur hoorde, keek hij, voldaan boerend, om.
Het meisje stond verstijfd in de deuropening, kijkend van oma’s lege bed naar zijn druipende kaken.
‘Waarom?’ vroeg ze verbijsterd.
Zijn antwoord verklaarde niets en alles tegelijk.
Ze smaakte heerlijk mals.