‘Jaja, kijk maar niet zo verbaasd, ik weet best dat je het raar vindt dat ik me in je wasbak was, ik word geacht mezelf te wassen door me te likken.
Ik zal je eens wat vertellen: weet jij dat er in een bek zevenhonderd soorten bacteriestammen een lui leventje hebben en zich explosief vermeerderen?
Dus hoe onhygiënisch is dat: die bende bekbacteriën likkend over mijn hele lijf verspreiden en dat dan eufemistisch bestempelen als ‘wassen’?
Heeft niemand ooit bedacht hoe ontiegelijk smerig dat is?
Zijn jullie nou zo dom of ben ik zo slim?
Heb je zelf wel eens geprobeerd om je zo te wassen?
Ja nou kijk je ineens vies.
Nog iets, kan jij je eigen kop likken? Probeer het eens? Nee hè?
Ik ook niet, dat lukt alleen met een omweg: eerst moet ik zorgen voor een poot vol spuug en daarmee zou ik dan over mijn kop moeten boenen. Wat denk jezelf?
Mijn poten, hoe schoon denk je dat die zijn? Ik kom buiten hoor, je wilt niet weten waar die poten overal doorheen gaan, die verzamelen zooi waarvan jij het bestaan niet eens kent.
Hèhè, ik zie je nadenken, eindelijk, want ik voel me een roepende in de woestijn als ik mijn soortgenoten bezig zie met zichzelf likken en denken dat ze daar schoon van worden en hun baasjes die katten schone beesten noemen. En iedereen gelooft dat, stelletje sufferds.
Snap je nou waarom ik me net als jij was met schoon water uit de kraan en wil je me daar niet bij storen?
Nog iets, die foto’s die je nou maakt, daarmee schend je wel mijn privacy hoor.
Ik geef je alleen toestemming om ze te verspreiden als je mijn visie op hygiëne erbij vermeldt, dan wordt er tenminste niet om gelachen en kunnen mens en dier er nog wat van leren.
Al is er maar een kat of mens die zich eens achter zijn oor krabt over deze kwestie (trouwens, hoe vies denk je dat het daar is?) en tot inkeer komt.
Tot die tijd ben jij de enige kattenbezitter met een echt schone kat.
Gefeliciteerd!’