Mijmeringen van een sansevieria

 

Ik stond in haar ouderlijk huis.
Groot, groen, glanzend, haar moeder had groene vingers.
Bij het leegruimen van het huis, lang geleden, nam zij me mee.
Groene vingers heeft ze niet maar ze bedoelt het goed.
Als ik grijs zie, stoft ze me af.
Als ik verschrompel van droogte, schrikt ze en voedt me.
Vandaag twintig jaar geleden overleed haar moeder.
Ze dacht aan haar toen ze op de radio Heintje hoorde zingen: ‘Ich bau dir ein Schloss.’  
Nog steeds vindt zij dat een drakerige smartlap maar haar moeder zong altijd genietend mee met Heintje.
Ze glimlachte, neuriede mee.
Ik ging er helemaal van glanzen.

 

11-4-2018

 

En toen …

Ik ben alleen in huis.
Om half twaalf draai ik de keukendeur op slot, de voordeur op het nachtslot.
Gordijnen dicht, lichten uit.
Naar boven, het waait stevig, zijn er nog ramen open?
Nog even mail checken, iets opzoeken, een idee noteren.
Uitkleden, tandenpoetsen, naar de slaapkamer.
Gordijnen dicht, leeslampje aan, in bed kruipen, telefoon uit, weg de wereld.
Lekker nog even lezen.
Het huis om me heen is stil en vredig.
Langzaam ontspan ik, mijn ogen knipperen, vallen af en toe dicht.
Ik doe ze toch weer open, nog een paar bladzijden in dit heerlijke boek.
Maar nee, het lukt niet meer, gapend rek ik me uit, toch maar het licht uit nu.
Al half slapend rol ik me op, half op mijn zij.
Morgen, wat is er morgen?
Nee, niet aan denken, lekker slapen nu.
 
Dan klinkt een luide knal.
Een deur dreunt dicht.
Dichtbij.
Heel dichtbij.
Verstijfd schiet ik overeind, mijn hart klopt in mijn keel.
Nietsziend kijk ik in het donker, de oren gespitst.
De stilte ruist onheilspellend.
Seconden tikken weg.
 
Dan klinkt een gil, hoog, lang, eindeloos…
 
 
9-7-2016

Wout Kabout

Met een knipoog naar Margootje van Wim Sonneveld

 

Wout is geen kabouter maar een kabout zoals hij zelf zegt, met de nodige zelfkennis en wars van de gebruikelijke sentimentele eigenschappen die kabouters worden toegedicht.
Altijd klaar staan voor anderen, alsmaar onzichtbaar goed doen, dat is niks voor hem.
Hij is meer van de luide bijval, de brede wave, van resoluut ingrijpen en natuurlijk strijkt hij dan met de eer, hallo wat dacht je dan, ere wie ere toekomt.

 

Nooit kondigt hij zijn komst aan.
Hij zit gewoon, a la Margootje van Wim Sonneveld, een achternichtje van hem, op een ochtend ineens naast mijn theekopje.
Pas als ik hem zie realiseer ik me de herkomst van het merkwaardig zoemende geluid dat ik hoorde: zijn miniHarley. En vervolgens weet ik: ha leuk, dat wordt een gezellig weekje.

 

Wout zet zijn helmpje af, pelt zich uit zijn leren jackje en fatsoeneert zijn vetkuif.
Dan, terwijl ik eet en hij chillt op de rand van mijn bord, informeert hij naar mijn wel en wee.
Luisterend knikt hij af en toe goedkeurend maar vaker schudt hij verontwaardigd zijn vetkuif: ‘Nee toch, heb je dat zo aangepakt, wat ben jij toch een softie, hoog tijd dat ik je weer even de les lees.’
Soft als ik kennelijk ben, accepteer ik dat hij de komende dagen, meeliftend in mijn broekzak, niet van mijn zijde wijkt.

 

Hij verplaatst zich heen en weer tussen mijn broekzak en mijn sjaals, mijn oren en mijn haar, ondertussen commentaar leverend op mijn handel en wandel.
Hij trekt aan mijn oorlel en fluistert ‘hou op sufferd, zie je niet dat je gepiepeld wordt, wegwezen hier.’
Hij kriebelt mijn neus met een van mijn eigen haren tot ik onbedwingbaar moet niezen en fluistert ondertussen een grandioze gore mop in mijn oor zodat mijn niesbui overgaat in een onbedaarlijke lachbui en de tranen over mijn wangen rollen.

 

Als ik weer eens verdwaal, krijg ik een fikse draai om mijn oren en foetert hij dat ik ongeneeslijk gedesoriënteerd ben en corrigeert me zuchtend.
Soms voel ik ineens een klopje op mijn schouder en zingt hij onhoorbaar voor anderen zachtjes in mijn oor ‘goed gedaan meissie.’

 

Net als ik denk, nou is het wel weer mooi geweest, alsof hij dat voelt, zegt hij met een grote grijns ‘ik ga weer, tot later.’
Helmpje op, leren jackje aan, de Harley starten, en weg is hij, een klein rookpluimpje achterlatend.

 

14-5-2016

Wilma’s wolkje

De vrouw voor me in de rij grabbelt in haar tas. Ik kijk en zie tot mijn stomme verbazing dat ze een wolk in haar tas heeft die uit de tas wil ontsnappen. De vrouw propt de wolk terug in haar tas en sluit ferm de knip. Ik geloof mijn ogen niet. Ik besluit de vrouw te volgen naar haar huis. Verstopt achter een boom zie ik hoe de vrouw, eenmaal binnen, de wolk uit haar tas haalt. De wolk dwaalt rusteloos door de kamer …  Nog steeds geloof ik mijn ogen niet en zonder dat ik het besef, lopen mijn voeten naar het huis en ik kijk door het voorraam. Mijn ogen bedriegen me niet: het wolkje zweeft door de kamer.

 

Het volgende moment gaat de deur open, ik schrik, daar staat de vrouw. Ze zegt: ‘Bijna iedereen die mijn Woutje ziet, schrikt en loopt weg. Jij niet, jij volgde me naar huis. Wil je een kopje thee?’ Met het schaamrood op de kaken bied ik mijn excuses aan en hakkel ik dat ik haar niet tot last wil zijn en weg zal gaan. Dan zegt ze: ‘Ik ben Wilma, als je wilt vertel ik je over Woutje.’ Ik denk: ‘Ze is zo gek als een deur, een wolkje in je tas en in je huis en hem Woutje noemen.’ Maar direct realiseer ik me dat ze niet hallucineert want ik zie het wolkje ook. Impulsief ga ik in op haar uitnodiging en dat wordt het begin van de vreemdste ervaring ooit.

Wilma opent de deur van de huiskamer en daar hangt het wolkje, nu stil, in de hoek van de kamer. Verbaasd ga ik zitten, Wilma zet thee en gaat ook zitten. Het wolkje zweeft langzaam naar haar toe en posteert zich op haar schouder. Dan vertelt Wilma over het wolkje, of liever over het zoontje dat ze had: Woutje.

Jaren hadden zij en haar man op hem gewacht en ze waren dolgelukkig met hem. Tot Woutje ziek werd en ze weken aan zijn bed zaten. Hij stierf toen Wilma even alleen was met hem. In sobere woorden vertelt ze hoe intens verbonden ze zich voelde met hem en hoe ze instinctief zijn laatste adem opving in haar handen. Hoe ze, toen ze haar handen opende, tot haar stomme verbazing een klein beweeglijk wolkje zag dat naar haar lachte. ‘Zo blijft Woutje voor altijd bij me’, zegt ze en streelt het wolkje.

Ik weet dat het niet kan maar ik zie het wolkje knikken en lachen. Dan stuitert Woutje een paar keer op Wilma’s schouder als op een trampoline, neemt een aanloopje over haar arm en katapulteert zichzelf door de kamer naar het plafond in de hoek, duidelijk een spelletje dat hij vaker speelt.

Terwijl wij verder praten, spartelt Woutje vrolijk heen en weer door de kamer, nu raakt hij alle meubels aan en laat planten heftig heen en weer zwiepen, alsof hij tikkertje speelt met de dingen. Het is net of ik een fluisterschater hoor.

Ondertussen vertelt Wilma hoe alleen ze is, ze heeft haar verhaal een paar keer verteld maar haar man, familie en vrienden keerden zich ongelovig van haar af. ‘Alsof ik gek ben’, zegt ze verdrietig, ‘maar jij ziet hem toch ook? Denk jij dat ik gek ben?

21-8-2016

Persconferentie van koning Winter

‘Geachte aanwezigen,
Fijn dat u zo massaal bent toegestroomd voor deze persconferentie.
Met diepe schaamte en grote opluchting vertel ik u vandaag van mijn abdicatie als koning Winter.
Jaren lang heeft het Nederlandse volk uiterst toegeeflijk steeds opnieuw mijn verwoede, maar meestal faliekant mislukkende, pogingen u een echte Hollandse winter te bezorgen met de mantel der liefde toegedekt.
Zelfs de rayonhoofden hielden mij de hand boven het hoofd, niet beseffend dat het mijn schuld was dat zij al twintig jaar niet meer kunnen zeggen ‘it giet oan’.
Niemand stelde mij verantwoordelijk, integendeel, alom werden mijn flutwinters toegeschreven aan de opwarming van de aarde.
Beste mensen, het is tijd voor de waarheid: dat is niet waar. Het is mijn schuld, ik ben verantwoordelijk voor de laffe schijnwinters van de laatste jaren.
O zeker, ik deed wat ik kon, winters lang perste ik alle vrieskracht, sneeuwvoorraden en ijspotentie tevoorschijn die ik in me had.
En u weet het, soms lukte het even maar nooit duurde het lang.
Wat u niet weet is dat ik steeds vaker na zo’n krachtsinspanning uitgeput en miserabel bij de open haard zat. En dan klonk er een stemmetje in mij: dit ben jij niet.
Van ellende kroop ik dan bijna in het vuur want wat was ik dan wel?
Nu weet ik dat dames en heren, ik ben een transgender: ik ben een Zonnekoning in het lichaam van koning Winter.
Toen ik gisteren zag hoe zelfs een eend door het ijs zakte waar ik zo bloedig mijn best op had gedaan, brak ik.
Voor mijn ogen zag ik wat mijn disfunctioneren aanricht in dit wintergerichte land met zoveel water en even zoveel schaatsmogelijkheden en ik besefte dat ik niet langer de schijn kan en wil ophouden.
Basta besloot ik, het is voorbij, ik leg met onmiddellijke ingang mijn functie neer.
Natuurlijk laat ik u niet achter zonder een nieuwe koning Winter.
Gisteravond heb ik een ver familielid gebeld: Friso IJzenplas uit Vriezenmeer, als geen ander belichaamt hij ijzige kou, van top tot teen, van binnen en van buiten.
Hij was blij dat ik belde, hij jubelde zelfs dat hij er jaren op had gewacht, zich verbijtend bij elke mislukte vriesperiode omdat hij wist dat hij dat veel beter kon.
Zo direct ondertekenen wij de akte van abdicatie en overhandig ik hem de ijskroon, de sleutel tot de sneeuwopslag en de vriesstaf.
Ik wens u van ganser harte vele fantastische ijzige winters met hem.
Zijn er nog vragen?
U, mevrouw daar, wat zegt u, u wilt weten wat ik nu ga doen?
Vanavond pak ik mijn zwembroek in en mijn zonnebril en vlieg naar de Costa del Sol.
Daar hoor ik, daar liggen mijn roots en daar zal een buddy van me, zelf een ervaren Zonnekoning, mij helpen bij het transformatieproces van koning Winter naar Zonnekoning.
Natuurlijk zal ik u allen zeer missen en daarom zal ik elk jaar samen met mijn buddy half november weer even bij u langs komen, maar 6 december haasten wij ons snel terug naar de Costa del Sol.
Ach mevrouw, de tranen lopen over uw wangen, wat zegt u?
U herkent het helemaal en u wilt met me mee?’

 

31-1-2017

De wereld op z’n kop

Op een zonnige morgen belt een controversiële geblondeerde politicus aan, alleen, zonder bodyguards.Terwijl we koffie drinken vraagt hij oprecht geïnteresseerd naar mijn mening over vele zaken. Hij luistert aandachtig en stelt goeie vragen. We hebben een geweldig gesprek over vrijheid, verbondenheid en de zin van het leven. ’s Avonds is er een ingelaste nieuwsuitzending: in een speciaal georganiseerde persbijeenkomst voor alle media (links, midden, rechts) kondigt hij een radicale ommekeer aan van zijn politieke visie op de samenleving.
Journalisten vragen verbaasd naar de reden voor zijn ommekeer. Hij glimlacht, knipoogt in de camera en zegt dat het hem werd ingegeven vandaag.

 

Het slaapkamergordijn schuift ‘s morgens een klein eindje open, het weer inspecteert mijn gemoedsgesteldheid en geeft naar buiten door: regen mag vandaag hoor, of: nee vandaag droog met stormwind, of: alarm, vandaag moet echt de hele dag de zon schijnen.

 

Het dierbare familielid belt en zegt enthousiast: ‘Ik ben helemaal niet in de buurt maar ik wil je zo graag zien en horen hoe het met jou is en met je schrijven, wanneer heb je tijd voor me?’

 

Als ik de stofzuiger aanzet, gromt hij geïrriteerd: ‘Ben je gek joh, ik heb een offday, ik ga lekker loungen en jij hebt ook echt leukere dingen te doen.’

 

Als ik kwijlend in de boekwinkel rondkijk, maken zich een paar boeken los uit de kasten en zweven naar me toe met een pondsdoos bonbons in hun kielzog. Ze willen door mij genoten worden.

 

Leonard Cohen belt en vraagt of ik het goed vind dat hij hier om de hoek een klein huiskamerconcert geeft en welke datum me het beste uitkomt.

 

 

januari 2016

Recept voor een depressie

-Mis de bovenste tree en stuiter op je linkerbil en –elleboog de trap af.
-Zet het Senseoapparaat aan zonder koffiemok erin.
-Zet je volle mok cappuccino naast het bijzettafeltje.
-Schaaf met de kaasschaaf kaas en je wijsvinger.
-Ga zitten op je leesbril.
-Trek je nieuwe schoenen aan, negeer code rood en maak een lange wandeling.
-Leg de toerist die jou de weg vraagt naar een bestemming die je niet verstaat, met handen en voeten en steenkolenengels uit hoe hij volgens jou moet lopen.
-Weer thuis wring je je druipende kleren en bebloede sokken uit boven het laminaat en laat ze daar liggen.
-Lees in bad een deprimerend boek terwijl je luistert naar muziek waar je altijd bij moet huilen.
-Bel de vriendin die het altijd zo moeilijk heeft dat jouw sores nooit aan bod komen.
-Vraag je depressieve collega hoe het met haar gaat.
-Ga in discussie met een altijd ruziezoekende facebooktrol.
-Ga sporten, de fysiotherapeut zegt dat tien keer tien kilo tillen goed is, dus is twintig keer twintig kilo tillen dubbel zo goed.
-Kijk ’s avonds naar het journaal, naar Opsporing verzocht en sluit af met een thriller over een inbreker die alleenstaande vrouwen verkracht en wurgt.
-Lig wakker tot het licht wordt.
Gefeliciteerd, nu heb je alle ingrediënten verzameld voor een depressie waar je voorlopig niet meer uitkomt.

 

 

8-8-2017