Nestgeur

’s Morgens in bed snuif ik je op, jouw slaaparoma
als je ons gapend wakker maakte, de ketel opzette
bij de gootsteen een kattenwasje deed, je gebit
in je mond frommelde, de ontbijttafel dekte.

 

Ik word je gewaar in het vleugje Vinolia rond
de appels afwegende vrouw op de groenteafdeling.
In het wolkje 4711 dat achterblijft als een late
bezoeker voor me langs schuifelt naar haar stoel.

 

’s Avonds als ik mijn ogen sluit ruikt mijn
huid zoals de jouwe rook bij je nachtkus op
mijn wang, een zoete zweem van woordloze
liefde zweet en Bros melkchocolade.

 

Tijd versmelt ons.

 

 

12-11-2024
Geïnspireerd door het thema van een schrijfwedstrijd: Moeder

Herfst

Soms al eind augustus, dit jaar nadert
al november, is hij er: de ochtend dat ik de
gordijnen open en zie: het licht is

 

weg geschoven door de winterwolk, die
meesterdichter, angstenstichter, tijdvertrager
traanaanjager. Grijnzend nestelt hij zich

 

in huis, negeert mijn verzet, ik verdraag hem
volg het door de jaren vergaarde recept:

 

spons de ramen glanzend, wrijf ze op
tot het krimpende licht ongehinderd
binnen stroomt, verstil solitair, blijf bezig, beweeg  
buiten, bemin de daglichtlamp, verjaag de
donkerte met fruit, wat korrels, een antidip-dragee.

 

Tot de ochtend in januari, soms al eind
december dat ik de gordijnen open en opgelucht
opleef: het licht is weer aan.

 

 

bewerking van 30-9-2016

Soms in september

vlecht ik je met zachte vingers door
mijn dagen, weef je in mijn wereld
dansen we een langzame wals
deinend op ons voorbije samen

 

Met de jaren zijn scherpe randen
vervaagd, littekens geheeld en als lichte
strepen verweven met mijn rimpels
het dessin van de tijd op mijn huid

 

Soms in september diep ik ons weer
op, we ruiken de bloeiende lavendel
bewonderen de wolken, gedenken Jonathan
voelen ons verwant in een onbezwaard gemoed

 

Even

 

 

3-9-2024

Tijd CorAaltjes

Onze oogst van vorige maand is verzwolgen door het world wide web.
Dat overkomt digibete dichters nogal eens.
Maar niet getreurd, gisteren gingen we gewoon verder: we kozen vijf willekeurige woorden uit: ‘Als het zaterdag wordt’ van Nicci French:
Dichtbij, haar, horloge, iedereen, liedje

 

Zo verwerkte Aaltje deze woorden:

 

Tijd

 

Steeds naderbij komt het zich vrijmaken
van klokken en horloges. Tijd gaat zijn gang.

 

Bang is ze niet langer. Nog klinkt haar liedje
van verlangen na het geslagen uur.

 

Iedereen verstaat het. Hoor! Dichtbij vlamt
vuur tot gloed. De klok sloeg twaalf.

 

Ze heeft zich vrijgemaakt. De laatste slag
bronst luid het galmgat uit. Tijd om te gaan.

 

En dit deed ik met die woorden:

 

Tijd

 

Iedereen zong hetzelfde liedje van niet
omzien dat maakt je maar verdrietig en
gewoon doorgaan dat zou ze gewild hebben
alsof ze haar beter kenden dan ik deed.

 

Roestig en stoffig, verborgen tussen vergeelde
foto’s, vind ik haar horloge, de wijzers verstijfd
in de tijd van toen. Ik houd het dichtbij mijn
hart, voel haar smalle gebruinde pols en
hou mijn adem in. Even beven de wijzers
hervatten dan hun loop als vanouds. De tijd
tussen toen en vandaag verdwijnt.

 

27-8-2024

Levensles

Wat als het leven je geselt
met boze beelden van
wanhoop en bedrog?

 

Wis gisteren schrap een maand haal
een jaar door de shredder en blaas
dag en nacht verblindende snippers rond

 

Of kap kots krijs, vecht vlucht
ontken negeer blokkeer of
slik leef door zonder omzien

 

Of verzamel het onheil pluis het
uit, onderzoek het, graaf dan een groot
graf, dump alles daar in, stort het vol

 

Zand erover. Maar als het graf
roept, ga er heen, zit en luister met
aandacht tot het eindelijk zwijgt

 

poot een pioen op de pijn, plant lavendel op
het leven voed hen met tranen vergeving en
vergeet-me-nietjes tot ze je toelachen

 

koester het goede dat groeit uit verdriet

 

19-7-2024

Gaza Schuilen

Twee CorAaltjes, twee gedichten waarin deze vijf woorden zijn verwerkt: Hoeder, Nieuws, Open, Sliep/slaap, Vuur.
Aaltje schreef:

 

Gaza

 

‘Ik wacht bij het vuur,’
zei ik. Zo gezegd
zo gedaan. Als lopend nieuws
schopte dat zinnen open,
puur en oprecht.
Elke nieuw woord werd hoeder
van een andere taal.
Maar helaas, ik sliep, broeder,
Zo dat het allemaal
werd misverstaan
waardoor de brand woedde.

 

En ik schreef deze:

 

Schuilen

 

Klokslag acht golft het nieuws als
brandende lava mijn huiskamer binnen en
verschans ik me achter mijn oogleden
verban rampen naar de coulissen van
mijn bestaan, slaap onschuldig tot sirenes
toch mijn ogen open dwingen en ik
verstijfd tuur naar een ziedend vuur.

 

Doe ze maar weer dicht
sust de hoeder van mijn hart
en blust mijn blinde paniek.

 

 

7-6-2024

Weg niet weg

Ik dacht dat je dood
gelijk was aan het wegvagen van
jou uit mijn hoofd mijn hart mijn leven

 

Ik dacht dat je dood
gelijk was aan het vergeten van
je stem je warme handen je gulle geven

 

Ik dacht dat je dood
gelijk was aan het verdwijnen van
je onstuitbare verhalen je drentelend dralen

 

Ik dacht dat je dood
gelijk was aan het uitwissen van
ons lang en gelukkig leven

 

Maar zie onze zonen
ze komen uit ons en raken
steeds meer los van ons

 

in hun stem hoor ik jouw stem
in hun lach echoot jouw lach
in hun blik groeit een ander samen

 

je bent niet weg
je blijft

 

 

1-6-2024

Niet echt – Feestverschijning

Eergisteren vierden Aaltje en ik dat we nu samen 160 zijn.
Met verrukkelijke aardbeienvlaai.
En besloten vervolgens dat we gewoon doorgaan met dichten.
Dit zijn de vijf woorden uit de eerste ronde (willekeurig geplukt uit ‘De goede zoon’ van Rob van Essen) die we elk verwerkten in een gedicht, een CorAaltje: Feestverschijning, Straten, Tijd, Vanzelf, Slaap.

Deze creëerde Aaltje:

 

Niet echt

 

Vanzelf val ik in slaap
Weer heb ik van die grote dromen
waarin verlangende paarden steigeren
een echo uit verleden tijd,-
het kleeft aan muren in de straten.
Gevangen als feestverschijning
draaf ik mee in glitter en gloed
vol pronkjuwelen behangen.
Zo ben ik niet klaag ik voortgedreven.
Zelfs niet in een droom.

En dit rolde er uit mijn toetsen: 

 

Feestverschijning

 

Doelloos dwalend door de straten
van de stad waar ik ooit kind was
zie ik haar, op haar knietjes bij de

 

stoeprand, tongpuntje uit haar mond
schuift haar gebogen wijsvinger de
knikkers behendig naar de pot.

 

ik weet niet of ik waak of slaap maar
de tijd staat stil, ik zie mezelf in haar
wereld en juich als vanzelf: gewonnen!

 

29-5-2024

Waarheid Nostalgiemuseum

In de tweede ronde van onze laatste dichtsessie kozen we willekeurig deze vijf woorden en verwerkten die in een gedicht:
Zware, Bepalingen, Museum, Waarheid, Nostalgisch.
Dit is Aaltjes gedicht met die woorden:

 

Waarheid

 

Museum, huis van nostalgie.
Waar zielenwaarheid hangt of staat
in onbetaalbaar zware donkerte
samen met maanverlichte gouddukaten,
perfect en afgewogen uitgebeeld.
Gedoodverfde bepalingen gelden.

 

Ik wil wel directeur zijn.
Dan toon ik nostalgisch lege muren
met nieuwe kleren van de keizer.

 

 

En dit maakte ik met die woorden:

 

Nostalgiemuseum

 

 

Ergens tussen vroeger en vandaag
ligt een omfloerste schatkamer

 

behangen met fluwelen lichtheid
zonder beperkende bepalingen wars

 

van wetten en vol van een onbevangen
kostbaar voorbij maar nooit vergeten

 

een klein en veilig heiligdom onvindbaar
voor wie nooit omziet, waar zwaarte
niets weegt en waarheid niets waard is

 

 

13-5-2024

Lotgenoten, twee CorAaltjes

Aaltje en ik deden onlangs weer een mooie dichtsessie.
Deze keer kozen we vijf willekeurige woorden uit een boek van Ilja Leonard Pfeijffer: Grand-Hotel Europa.
Deze woorden verwerkten we allebei in een gedicht:
Lotgenoten, Minstens, Even, Liefdevol, Nadenken.

 

Aaltje schreef dit gedicht:

 

Lotgenoten bij brood,
minstens een bed een tafel.
Oorlog. Oorlog. Oorlog.
Dood aan:
Joden, Palestijnen
Russen, Syriërs,
Irakezen, Iraniërs,
Koerden. Wat even. Wie volgt?
Haat en wraak, wraak en haat.
Vluchten kan niet meer.
Opgesloten.

 

Weggejaagd worden.
Dit koud kikkerland
Deze door jou nooit
begroete onbekenden.
Niet verstaan,
gewoon, lotgenoten,
een tent, minstens brood,
een tafel en een bed.
Even nadenken.
Even liefdevol
Even liefdevol nadenken.

 


Dit is mijn gedicht:

 

Lotgenoten

 

Altijd eerst aarzelen zal ik wel
of niet of zijdelings of heel even

 

bang opkijken een knikje krijgen
een liefdevol lachje vangen en dan

 

hakkelen stamelen haperen maar
het lukt minstens een minuut

 

zonder nadenken of dit wel kan
moet mag en hoezo durf ik dit

 

stotter ik over jou over mij over ons over
toen en over hoe we ondanks alles

 

toch
samen

 

 

8-5-2024