Beter

De lessen die mijn brein weigerde te leren:
leed moet je niet proeven, niet proberen
op te lossen in woorden of in armen.
Je gaat niet smijten met borden, niet
schelden met consumptie en zeker nooit
verontwaardigd je verhaal halen, je gelijk
eisen. Dat is allemaal vergeefse moeite.
Beter verzwijg je leed, slikt het in  
opdat de tijd het zal verteren.

 

Doordachte lessen over omgaan met leed
maar aan mij niet besteed: gisteren
weer drie serviezen naar de gallemiezen.

 

 

Uit de dichtsessie met Aaltje op 22-9-2021.
Om onze dichtspieren te trainen kozen we vijf willekeurige woorden uit een boek en verwerkten die allebei in een gedicht.
Dit is mijn gedicht waarin verwerkt de gekozen woorden: Leed, Moeite, Verontwaardigd, Proberen, Beter

Als je het wilt weten

Soms als ik een zieke verzorg of een dode
zachtjes dep, hoor ik in de verte het laatste
veer stampen, zijn radar speurend naar wie
wacht op zijn laatste overtocht.

 

Zonnige zomers, schaterende jongetjes en
onverwachte omhelzingen bieden enig respijt.
Maar als ik met Allerzielen mijn doden gedenk, word ik
in de novembermist mijn eigen einde gewaar,

 

peins dankbaar en vertwijfeld waarom gaan weer
anderen voor, waarom wordt onverklaard
mijn lijf dat steeds meer zorgen baart, al weer
gespaard? Waar in de sterren wordt mijn tijd
bepaald, is het god of duivel die spaart of haalt?

 

Hoe hard ik ook luister ik hoor de antwoorden niet,
ze schuilen in nieuwe vragen die allemaal vervagen
in de drukte van bucket- en fuckit-lijstjes, van zorgen
en schrijven, van voorgoed verzegelde trauma’s

 

en herinneringen. Toch, steeds vaker, verschijnt
in visioenen tussendoor, het laatste veer en legt
eindelijk aan, haalt me rücksichtslos binnen zoals
een visser een zieltogende zalm van het gehaakte
leven verlost.

 

7-2017
Geschreven voor de cursus Poëzie online naar aanleiding van de les over Micha Hamel

Herfst

Soms al in augustus, soms pas als
oktober nadert, is er de morgen dat ik de
gordijnen open en schrik: het licht is uit

 

Daar is hij weer, mijn winterwolk mijn
meesterdichter, angstenstichter, tijdvertrager
traanaanjager. Grijnzend nestelt hij zich in me

 

mijn verzet amuseert hem slechts dus
verdraag ik hem oogluikend en volg
mijn door de jaren vergaarde recept:

 

was de ramen glanzend, wrijf ze op
tot het krimpende licht ongehinderd
binnen stroomt, beweeg buiten, verstil van
binnen, blijf bezig, bemin de daglichtlamp en
verorber fruit, wat korreltjes, een antidip-dragee.

 

Dat volstaat tot de morgen in januari, soms al
in december dat ik de gordijnen open en opgelucht
opleef: het licht is weer aan.

 

 

bewerking van 30-9-2016

Waar hij was

Missen was in het begin
als meten zonder lint
als zoeken zonder vinden
als zeilen zonder wind
ik deed maar wat.

 

Gelukkig liftte hij lang mee met elke
ademteug, plantte sporen waarlangs ik
doorleefde: in verdwaalde sokken en verloren
pasjes, in vergeten koffiemokken en rommel
op de trap, in voorbijgaande zongebruinde
onderarmen, in een vergeeld vliegbrevet, in
woordloze wolken, in dromen die mooier
waren dan het leven van alledag.

 

Voorbij is hij al jaren, toch sta ik soms nog
stil, zie wolken naar me zwaaien en hoor
ver weg het lachje dat alleen ik kende.
Dan zwaai ik terug.

 

31-8-2021

Magisch moment

Een station een bus vanaf een bank achterin zie
ik je instappen peilend kijk je rond tot onze ogen
elkaar vinden zich verbaasd verliezen in elkaar.
Wat is dit? Ik ken je maar wie ben je?

 

Dat moment begraaft zich in ons leven, delven
we op als het ondersneeuwt in volle agenda’s.
Vragen dan weer wat zag je wat dacht je. Jij had de ogen
van Elvis je zag meer dan ik wilde ik smolt onder je blik.
Jij leek op die actrice uit Love Story maar dan veel mooier je kijken
en zwijgen fascineerde me en hoe je mijn bravoure negeerde.

 

Gaandeweg taant de magie van dat moment, we accepteren
het gelaten. Tot nu, in een café bij hetzelfde station, we drinken
niet meer op toen maar op vandaag, zoenen boven schuimend
bier verrukkelijke zoenen tot de ober ons vriendelijk vraagt
geen aanstoot te geven, blozend deinzen we uiteen kijken
elkaar aan knipogen weten: dit is ons nieuwe magische moment.

 

 

2016
Gedicht uit de cursus Poëzie online, naar aanleiding van de les over Wislawa Szymborska

Stamppot

Mijn stottergebedjes voor het eten, de zaterdagse
opgebakken eerpels, Arbeidsvitaminen met warme
chocomel. De zondagse slaperige stilte. Het schouderophalend
zwijgen op mijn vragen, het wachten op mijn beurt, op later, op

 

het oordeel in mijn ouders ogen als ze de schuifdeuren
open schoven, de opluchting als ze lachten. De schaarse
grap verstopt in een sinterklaasgedicht. Het licht in huis na
de grote schoonmaak, de kus voor het slapen, het wenkende

 

nachtzwart achter het zolderraam. Wat ik ’s nachts
droomde, stroomde bij Nederlands mijn linkerhand uit.
Onder de tienen voor opstellen scholen alle
onbeantwoorde vragen. Ze vervaagden
met de jaren maar deze beelden blijven:

 

hoe mijn moeder zijn overhemden en zijn
angsten glad streek, hoe mijn vaders ogen
verzachtten als hij, steeds zeldzamer, haar kietelde.

 

Hoe zij dan bloosde.

 

 

 

Juni 2021
Resultaat van de dichtopdracht bij de les over Charles Ducal in de cursus Poëzie online voor gevorderden

Vijf woorden, twee gedichten

Fysieke en virus toestanden maakten het lang onmogelijk maar, (hoera!), onlangs deden Aaltje en ik het weer: samen dichten.
We kozen willekeurig vijf woorden en verwerkten die elk in een gedicht.
Dit waren de woorden: gelijkmoedigheid nippertje meestal regenkapje huiskamer.
Dit is Aaltjes creatie:

 

Opklaring
bij hun binnenkomst ontsnapte de
gelijkmoedigheid op het nippertje
aan de door regenkapjes verborgen angsten
die plotseling hun tentakels uitstaken in
de meestal vredige huiskamer.
een prachtig nieuw blauw schikte zich hoog
naast haar aan de opgeklaarde hemel in
verder samengaan.

 

En dit is mijn gedicht:

 

Nippertje

 

Meestal verjagen de slagen van de koekoeksklok
in de huiskamer de gelijkmoedigheid, van zacht
zonlicht op de vensterbank, van geurige muntthee, van
de woordenwereld waar ik me in wentel

 

schielijk schiet ik overeind, mijn stoel kreunt,
‘blijf nou’ zuchten de bladzijden maar ik ren
de gang in, gris jas en regenkapje van de
kapstok die me vierkant uitlacht en haast me
hijgend naar de halte waar de bus al wacht.
Grijnzend rolt de chauffeur met zijn ogen.

 

6-8-2021

Liefde is

Zoveel woorden worden gewijd aan liefde
zoveel omwegen zoveel ruis
want wat is liefde anders dan
aandacht?

 

Zie hoe voedsel wint aan smaak als het met aandacht wordt bereid
zie hoe de plant bloeit bij aandacht
zie hoe het kind lacht bij aandacht
zie hoe aandacht leed verzacht
oplucht
lichter maakt

 

Liefde is
aandacht is
liefde

 

 

26-7-2021
herschrijf van 1-2016

Vrij

‘On bended knee is no way to be free

 

Op je knieën
luister je, bid je, wacht je
op de ander op vergeving op
toestemming

 

Sta op
recht je schouders, grijp
gerechtigheid en laat hem
niet los
spreid je vleugels
ga vrij
ga in vrede

 

‘freedom’s just another word for nothing left to lose’

 

15-7-2021
N.a.v. het overlijden van Peter R. De Vries

… nog lang en gelukkig

hitte hangt tussen olijfbomen, zindert boven
lavendelvelden, golft langs onze lome lijven
 
we proosten op ons sprookje, wisselen
een koesterende blik, een half woord dat
 
alles houdt zoals het hoort, niemand is nog
oud of ingestort, vlekjes poetsen we schoon, we
 
lachen weg wat wringt of bidden het de
hemel in bij een kaarsje in een kerk onderweg
 
niemand gaat nog dood
 
rozig smelten we samen, het kreunende bed
overstemt het gerommel in de verte met gemak
 
geen kus verjaagt ons kippenvel

 

maart 2021
resultaat van de dichtopdracht in het kader van de Poëzie-online-les van Margreet Schouwenaar over dichter Peter Verhelst