Bij je eerste stap slaat hij toe. Spelbederver. Spartaan
die je dagen razend rood schreeuwt, nagels in je vlees
klauwt en elk geloof in toekomst ondergraaft
Je negeert hem, klampt je vast aan de dagelijkse
dingen, werken boodschappen wassen, alles wat ooit
vanzelf ging. Tot hij je grijnzend overvalt, morfine eist en
je verslagen het ondraaglijke erkent en inbindt. Je geeft
hem thee met kattentongen, luistert naar zijn kreunen
over te vaak en te zwaar, over verkeerd en genegeerd
Je zucht mee over versleten verdriet, over wel weten
maar vergeten, over te lang te veel. Jamaars doven uit, even
doe jij, doet hij ertoe, strohalm die je opgelucht omarmt zoals
je na maanden droogte een plensbui verwelkomt, door
plassen plonst, uitglijdt valt en opstaat, kletsnat van regen
en tranen maar eindelijk, eindelijk blij van binnen.