Juni CorAaltjes

Aaltje en ik bladerden door: ‘Een van ons’, een roman van Christine Otten.
We kozen vijf willekeurige woorden en verwerkten die elk in een gedicht. Dit zijn de woorden:
Woestijn
Zilverpapier
Gelijkwaardigheid
Gestript
Verbondenheid

 

Aaltje verwerkte ze in dit sonnet:

 

Oekraïne, of de slag om Arnhem

 

Woestijn van leegte, achtergelaten zandvlak,
waar door granaat en bommen gelijkwaardigheid
in onnadenkende verwijdering en met gemak
het menselijk bestaan ontkent, wreed toegepast

 

zo als een mensenhuid verwijderd wordt. Gestript
gelooid. Mensheid  in zon geslacht. Van droogte dor.
De kelen hees van dorst, de tong eruit geknipt.
Droog zand. Verlatenheid. Slechts nog een schor

 

gekreun. Geschroeid het vlees. Een mozaïek
van verse kreukels,  heet als vuur van zon
zilver papieren prop, die machteloos vonkt

 

waar eens de overdaad van licht begon.
Verbondenheid is slechts een droom. Muziek,
al uitgespeeld voor het beginnen kon. 
————————————————-
Ik verwerkte de  vijf woorden zo:

 

Rimpelingen

 

Hoe oude huid, door de tijd gestript van
een onbevangen woestijn van als
zilverpapier glanzende gladheid

 

gaandeweg dwarse voegen en diepe
voren onthult die eerst vreemd
aanvoelen, tot je ze betast en verkent

 

streelt bij jezelf en bij elkaar en je
gerijpte gelijkwaardigheid herkent en
verbondenheid voorbij eindigheid

 

 

15-6-2022

Zoon

 

vergroeid in mijn rimpels
verankerd in mijn gedachten
echoënd in mijn hartenklop

 

lijkend op de liefste maar
meer en meer zichzelf
wegen banend van donkere diepten
naar eigen onvermoede hoogten

 

zoon en zin
zorg en zon

 

trots en baken

 

 

voor Rik
16-6-2022

Castricumse CorAaltjes met aardbeien

Ik was weer bij Aaltje en na bij bijpraten bij beschuitjes met verrukkelijke aardbeien, deden we weer een dichtronde.
We kozen willekeurig vijf woorden en verwerkten die elk in een gedicht, een Castricums CorAaltje.
Dit waren de woorden die verwerkt moesten worden: Rennen, Onmogelijk, Bakstenen, Niemand, Gesteente/versteend.
Opmerkelijk was dat we deze keer elk, maar zonder het van elkaar te weten, hetzelfde thema kozen voor ons gedicht.

 

Dit is het gedicht van Aaltje:

 

oorlog

 

het regent bakstenen van pijn.
In deze levenstocht een
onmogelijke opgave om
niet te pletter te lopen als

 

mens te klein, tegen gesteente
met muren van macht, zo, dat
niemand de wereld dragen kan
verder dan tot de voet

 

van de berg naar volledigheid. waar zelfs
bij het begin, de moed als kiezelsteen
naar omlaag klettert bij het tillen

 

van onverdraaglijke zwaarte.
rennen voor je leven is vergeefse moeite
wanneer de reus zijn wapens wet.

 

 

Dit is mijn gedicht:

 

Stil
 
Ssst, niet huilen, niet rennen, niet
struikelend wegvluchten van hier

 

Loop zacht zodat niemand
je ziet, over het kiezelpad
van versteend verdriet dat
de rimpels in je vermoeide
voeten open schuurt

 

Strompel langs de resten
van de bakstenen muren die
net zo rood en verweerd ogen
als je handen toen ze eindeloos
sussend dat streelden wat
onmogelijk uit te wissen was

 

 

16-5-2022

Gebroken

Waarom ik hem weer
binnen liet
ik weet het niet
lief lachte hij en schuldbewust
toen hij me kuste

 

Waarom hij toen weer
uithaalde en alles zich
herhaalde
ik weet het niet

 

Waarom ik ineengedoken
hem weer liet begaan
mij verrot liet slaan
tanden neus en hart gebroken
ik weet het niet

 

 
 
Inspiratie: ‘Shuggie Bain’, het Booker-Prize-winnende romandebuut van de schrijver Douglas Stuart, dat het onvergetelijke verhaal beschrijft van het opgroeien van de lieve eenzame Hugh ‘Shuggie’ Bain in Glasgow in wat tegenwoordig een achterstandswijk genoemd zou worden.

 

 
 
14-5-2022

Lente-elfjes

paardenbloemen
vrolijke vergeet-me-nietjes
naïeve nijvere narcissen
koppige krokussen povere pioenpuntjes
voorjaarsbloei

 

corona-nies
maartsnot aprilril
lichtknipper luchtzucht sneeuwgeeuw
soezen in koesterende lentezon
voorjaarsmoe

 

zonnebanen
onthullen stofnesten
overwinterende oorlogszuchtige wespen
wakkere wurmen prikkelbare muggen
voorjaarsschoonmaak

 

 
Dit zijn drie zogenaamde elfjes, een elfje is een gedicht dat uit elf woorden bestaat die op deze wijze verspreid worden over vijf regels:
1e regel: een woord
2e regel: twee woorden
3e regel: drie woorden
4e regel: vier woorden
5e regel: een woord

 

 

10-3-2017      

Ik weet nog

Waar ik was, toen ik je boodschap
las. Ik zat op de drempel van de
keukendeur, gezicht in de zon
blote voeten in het warme gras, mijn
blik op de bloeiende brem.

 

Hoe snel ik je belde, hoe je
vertelde haperde zweeg.
Hoe de zon meteen verdween
stilte tussen ons hing en kilte
rilde over mijn huid.

 

Hoe smerig ineens mijn koffie smaakte.

 

31-3-2022
Inspiratie: een poëzieles over: ‘rijm en klankherhaling’

Vuurtoren aan de wandel

Ik dacht ineens, hoe saai, altijd
maar staan en schijnen ik ga op
pad, wil uit het zicht verdwijnen.
Stampend liep ik lekker rond, het
eiland beefde. Eindelijk, ik leefde

 

en dacht de wereld kan vast wel
zonder mij, mijn gloriejaren zijn
allang voorbij. Tot ik zag hoe
schepen schipbreuk leden wandelaars
verdwaalden auto’s rondjes reden

 

schaamrood trok over mijn strepen
ik wist het weer, hier ben ik voor:
een rustpunt een ijkpunt een startpunt
een eindpunt, voor dolers en dwalers,
voor zekerheid zoekers

 

 

Dit is de plek waar ik hoor

 

 
14-10 2015

Weerzien, een tweeluik

1
Hoe je uit de trein stapt, weifelend
rondkijkt tot je me ziet. Ogen glijden
over lijven. Vraagfronsen en verrasrimpels
vechten om voorrang, gevolgd door
voorzichtige glimlachjes. Een woordloos
stilleven tot blijheid doorbreekt
armen openen voeten rennen

 

2
Hoe we zinnen beginnen, dan zwijgen
op weg naar het strand waar we wuiven
naar de wolken, wiegen als witte poppen
in de wind tot we slap van het lachen
in het zand rollen, een zandkasteel boetseren
van oude beelden en een kluis bouwen
voor deze koesterdag.

 

We wachten de vloed niet af.
Gaan is beter dan blijven.

 

3-3-2022

Niet meer dan een dagreis

Hier
Koud schijnt de zon
de wind is gaan liggen
narcissen schieten uit de grond

 

de post brengt een pakje
de buurvrouw gebak, ik drink
koffie, kijk naar schokkende reportages

 

Daar
Sirenes bomkraters ruïnes
schietende soldaten rennende
mensen schreeuwende agenten

 

Verbijsterde vrouwen jammerende
kinderen verslagen oudere mannen
vluchten op weg naar veilig

 

 

How fragile we are (Sting)

 

 

 

26-2-2022

Pindakaas poëticaal

Slaperig de trap af struikelen
licht aan, vingers in de pot, likken
lippen op elkaar, ogen dicht

 

traag walst de tong de amorfe
massa heen en weer van voor
naar achter van links naar rechts

 

verzwelgt de demonen die dit
brein bewonen, wat rest is
smeuïge stilte.

 

Weer heb ik de woorden die
rustten op het puntje van mijn tong
succesvol gesust en ingeslikt.

 

 

31-1-2022
(In het kader van de laatste dag van de week van de Poëzie)