We hebben gewandeld, stokjes verzameld, alle bloemen onderweg aangeraakt, gezwaaid naar de eenden, de stokjesoogst in de sloot gegooid.
Weer thuis verzamelt Louk kaartjes en knuffels en boeken want we gaan boven spelen.
Boven gooit hij alle knuffels van zijn bed en installeert zich daar met de favorieten van vandaag om zich heen.
Ik check op mijn kamer even mijn mail.
Het wordt stil, ik hou me ook stil, hoop dat hij een dutje doet, hij zag er moe uit na de wandeling.
Na een minuut of tien hoor ik een zacht stemmetje: ‘oma komen.’
Soms weet ik: dit kan wachten en soms klinkt dat stemmetje zo dat ik meteen opsta.
Zo ook nu.
Zijn bed is leeg, aha, dan is hij ongemerkt in mijn slaapkamer beland.
Als ik mijn slaapkamer in kom, tref ik mijn beddengoed op de grond en de restanten van de asparagus verspreid over de vloer.
Naar de dader hoef ik niet te zoeken, die spreidt met een uiterst onschuldig hoofd rustig zijn dierenplaatjes uit over het afgehaalde bed.
Inwendig zucht ik, wat een bende.
Maar roep mezelf dan tot de orde want voor Louk bestaat het begrip bende niet: hij heeft zich gewoon omringd met dingen die hij fijn vindt.
En ik weet: hij speelt het liefst op een afgehaald bed.
En die asparagus, daar is hij al gek op sinds hij twee was.
Trouwens, zeg nou zelf: misschien riep het dekbed wel: gooi mij op de grond?
En wilde de asparagusplant juist vandaag eens rigoureus gesnoeid worden?
Best aannemelijk toch?
Ik heb geen zin om de stofzuiger te pakken en haal het afvalbakje uit de badkamer.
Installeer me op de grond en begin asparagussliertjes te rapen.
Even kijkt Louk toe, besluit dan dat dit ook een leuk spel is, klimt van het bed af en komt bij me zitten.
Zo zitten we een hele tijd op de grond in de zon en verzamelen zorgvuldig al die friemelige sliertjes en gooien ze in de afvalbak.
Ik pak degene waar ik bij kan, Louk speurt de vloer af en grijpt met zijn dunne lenige armen de sliertjes onder de kast en onder het bed uit.
Natuurlijk zou stofzuigen efficiënter zijn en sneller gaan.
Maar dit is gezelliger.
Als Louk er is, verdwijnen tijd en haast, is er alleen nu.
Daar kan geen goeroe tegenop.