Saffie

‘Eerst een saffie.’
Geconcentreerd pakt hij een plukje zware Van Nelle. Peutert gevallen sliertjes van zijn broekspijpen, voegt ze zorgvuldig bij de tabak. Geroutineerd rollen zijn vingers een saffie. Langzaam likt hij de vloeirand, plakt hem op de andere, steekt de sigaret tussen zijn lippen, pakt zijn Zippo.
Ze ziet zijn strakke schouders, gespannen nekspieren, gebogen hoofd.
Ze zwijgt, wacht.
Als zijn blik naar zijn horloge glijdt, legt ze haar hand op de zijne.
Ze kijken: deze handen konden samen alles aan.
Dan staart hij naar de muur achter haar.
Inhaleert weer diep, blaast een walmende angstwolk uit.
‘Dus het is waar?’
 
 21-3-2018
 
Gekozen op 23-3-2018 als een van de vijf beste ultrakorte verhalen van week 12 op de site Ultrakorte verhalen van Schrijven Magazine

 

Geplaatst op 20-5-2018 in het katern Alice van het online Schrijven Magazine plus, als een van de zeven leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen van de afgelopen twee maanden: https://magazine.schrijvenonline.org/schrijven-magazine-plus-editie-1/de-leukste-ultrakorte-verhalen-van-de-afgelopen-twee-maanden/

Zonnebloemen

Een zomernacht, een kamer.
Het licht is gedempt, een enkele kaars, een schemerlamp.
De stervende in het bed hijgt, slaapt onbereikbaar diep, beweegt onrustig tot ze hem vasthoudt en streelt.
Zijn geliefden zitten om hen heen, fluisteren, helpen, zwijgen.
Alles wacht, vroeger is voorgoed voorbij, de toekomst hapert.
Vroeg in de ochtend stokt zijn adem.
De stilte die volgt, lijkt eindeloos.
Dan kondigt schemering de dag aan.
Vogels zingen, in de verte kraait een haan, verkeer komt op gang.
De aarde draait door zonder deze mens.
In de kamer wordt gehuild, omhelsd, nagepraat, mensen worden gebeld, iemand zet weer koffie.
Iemand brengt een emmer vol zonnebloemen.
Dagen staan ze bij hem.
Weken staan ze op zijn kamer.
Jaren stokt haar adem als ze zonnebloemen ziet.

 

2-3-2016
Opgenomen in de bundel Kort & Prachtig november 2018

De dag ervoor

De koffie smaakte, haar broek paste, haar haar viel goed.
Ze haalde de bus, bemachtigde een zitplek in de metro.
De trein was op tijd, in de stiltecoupé heerste rust.
Het symposium was boeiend, haar bijdrage werd alom geprezen.
Het etentje na afloop was genoeglijk, het afscheid hartelijk.
In de trein naar huis dommelde ze in met Leonard Cohen in haar oren.
Thuis lag de aankondiging van een belastingteruggave op de mat. Bij haar mail zat de vakantiebevestiging.
Ze sliep droomloos.
 
Ze werd wakker van telefoongerinkel.
Struikelde de trap af.
Greep de telefoon, luisterde.
Verstarde.
———–
Inspiratie: ‘The day before you came’ van Abba 
22-2-2018
 
Gekozen op 23-2-2018 als een van de vijf beste ultrakorte verhalen van week 8 op de site Ultrakorte verhalen van Schrijven Magazine
 

Valentijn

De conservatoriumstudente boven haar rook haar door de muren.
Natuurlijke doodsoorzaak besloot de politiearts.
Haar zoon bleek onvindbaar.
Zoekend keek de stadsdichter rond, wie was deze vrouw?
In haar keuken blauwe broodresten, melk groeide groen het pak uit.
Op de vensterbank stond, tussen dode planten, een stoffige fles Peter Heering.
Op tafel zijn dichtbundel, stukgelezen, een vergeelde brief als bladwijzer.
 
Bij de uitvaart speelde de conservatoriumstudente Imagine.
Blozend las de stadsdichter de brief voor:
‘Mijn liefde voor jou overleeft zon en maan
hou jij van mij zet onze fles dan voor je raam
dan bel ik aan. Je Valentijn 14-2-2002’

 

Gekozen op 16-2-2018 als een van de vijf beste ultrakorte verhalen van week 7 op de site Ultrakorte verhalen van Schrijven Magazine
 

Consult

Goedemorgen, gaat u zitten, nog koorts?
Dat is nogal hoog, u bent uitgeput en slaapt veel?
Ook overdag? Over duiven? Als u duifverhalen leest, landen ze in uw tuin en bij duifgedichten komen ze koeren op uw vensterbank?
Dat wou ik u inderdaad aanraden, er eens met iemand over praten, maar u zwijgt ze liever dood zegt u? En schrijven, hoe gaat dat?
Ik begrijp dat u behalve aan griep nu ook lijdt aan verhaalhoest, dichtdrang en een wauwelvirus. Bovendien hebt u een site uitgebraakt. Dat ziet er niet goed uit. Blijft u even lekker zitten, dan regel ik een acute crisisopname op de nonfictieafdeling. Blijf zitten! Hier blijven! Hier!

 

Gekozen op 9-2-2018 als een van de vijf beste ultrakorte verhalen van week 6 op de site Ultrakorte verhalen van Schrijven Magazine
 

Een gewone aanval

artikel in Dravet-Nieuwsbrief juni-2015:

 

Toen Louk vier maanden was, kondigde een trillend armpje de eerste epilepsieverschijnselen aan. Hij was drie toen onderzoek de Dravetdiagnose bevestigde. Louk is nu 8. Een meestal vrolijk laconiek manneke met de vaardigheden van een driejarige dat met plezier naar het kdc gaat. Oma Cora is nauw betrokken bij zijn wel en wee en schrijft af en toe stukjes over haar ervaringen met hem. Dit is er een van.

 

Een ‘gewone’ aanval
Een van de kenmerken van het Dravetsyndroom is moeilijk bedwingbare epilepsie.
Een zorgvuldig samengestelde dosis medicatie verzwakt de aanvallen en beperkt ze maar voorkomt ze niet. Louk heeft, de laatste tijd, circa 1 keer in de vijf dagen een aanval.
Deze aanvallen duren 1 a 2 minuten en stoppen meestal vanzelf.
Incidenteel, bijvoorbeeld na een medicatiewijziging of door een rondwarend virus, heeft hij een aanval die niet vanzelf stopt, dan krijgt hij volgens een protocol een extra medicijn.
Vaak komt een aanval ‘out of the blue’, maar soms kun je ze zien aankomen.
Dit is een voorbeeld van het laatste:

 

Louk komt een nachtje logeren bij oma.
Bij binnenkomst deelt hij mee : ’Oma wost en matat maken’.
Mijn: ‘Straks Louk, eerst papa en mama uitzwaaien’ doorkruist die wens.
Maar hij is niet voor een gat te vangen, even is hij stil en dan: ‘Doewie papa en mama!’
Tegenvaller hoor dat ze eerst nog koffie willen drinken met oma.
Maar als dat is afgehandeld zwaaien we papa en mama op de parkeerplaats uit.
Daarna is Louks wil wet (denkt hij). Vrolijk en geconcentreerd wijdt hij zich aan zijn vaste programma: lijmen, puzzelen, (voor)lezen, wost met matat, plonzen in bad, kietelen en knuffelen.
En dan lekker slapen.

 

Als hij de volgende ochtend opstaat, zijn zijn bewegingen wat ongecontroleerd, hij struikelt af en toe, soms heeft hij een grote schok, hij speelt ongeconcentreerd. Ik blijf maar een beetje in de buurt.
Als hij bij de tafel met blauwe waxinehoudertjes speelt, start de aanval.
Hij verstijft, snel dirigeer ik hem naar de bank en daar zijn de schokken.
Dit keer alleen aan zijn rechterkant, zijn linkerhand ligt slap in mijn hand. Zijn ogen zijn weggedraaid.
Hij reageert niet op me, toch geloof ik dat hij me hoort. Na anderhalve minuut stopt de aanval, gelukkig vanzelf. Langzaam komt hij een beetje bij. Na een kwartiertje wil hij, hoewel nog zichtbaar versuft, lijmen. Oké. Maar na twee minuten lijmen zit hij stil in zijn stoel, ogen dicht, kwast in de hand. ‘Louk, kom je op de bank liggen?’
Als hij weer ligt, pakt hij mijn hand stevig vast en valt in slaap.
Na een uur wordt hij wakker en schiet blij overeind als hij papa en mama ziet (die heerlijk uitgeslapen ogen na een Loukloze nacht). Dat is leuk! Meteen start hij zijn gezelligheidsritueel: ‘Mama bank zitten, papa bank zitten, oma stoel.’
En terwijl wij babbelen, speelt hij en betrekt ons beurtelings bij zijn spel. Of komt even een rondje kusjes halen.
’s Middags appen papa en mama een foto: op weg naar de dierentuin. Louk zit op de schouders van papa. Hij ziet er uit of hij de hele wereld weer aan kan.
Als je voor Louk zorgt ben je alert op aanvallen en weet je hoe te handelen.
Ingrijpend blijft het. Wat helpt is zijn voorbeeld volgen: na een aanval gewoon de draad weer oppakken en genieten van alle gezellige en leuke dingen in het leven, ook in het leven van Louk.

 

juni 2015

Bach in flarden

Hoe cantateklanken plots
mijn hartenklop vervangen.

 

Denk weg de donderende
blik, de muitende wenkbrauwen
verdwijn Oost-Indische doofheid en
vooral de woedende waaromvragen.

 

Zwijgend luisteren, voelen hoe
hartenklanken mijn ziel beroeren.
De sussende ruis van de rede verstomd.

 

Tegelijk met oude pijn baant borrelende
blijheid zich een pad naar buiten.
Onweerstaanbaar welt inkeer.

 

Kijk hoe het kerstkind knipoogt, een oliebol
grijnst, leven lichter lijkt en afscheid
tijdelijk blijkt. Verlossing op cantatetonen.

 

Een flard volstaat

 

15-12-2016

Op 16-1-2019 geplaatst in het katern Alice van het online Schrijven Magazine plus

Wakker

De bel gaat.
Ik verwacht een pakje, ren de trap af, open de deur, steek mijn hand uit.
Zie dan de man en vrouw, verbaasd. Zij een schoudertas waaruit een ‘Ontwaakt!’ steekt.
Tegelijkertijd klinkt hun: ‘Goedemorgen mevrouw’ en mijn grijnzende: ‘Ik ben al wakker hoor!’
Hun vragende hoofden doen me herhalen: ‘Ik ben al ontwaakt, heb zelfs al ontbeten.’
Zij lacht. Heeft hem vast al vaker gehoord. Hij lacht zuurzoet als ze hem wijst op de Ontwaakt.
Ze probeert: ‘Maar kent u ook onze prachtige boodschap?’
Dat ik ook al boodschappen heb gedaan hapert op het puntje van mijn tong.

 

Gekozen op 19-1-2018 als een van de vijf beste ultrakorte verhalen van week 3 op de site Ultrakorte verhalen van Schrijven Magazine

 

Kustkamer

Voor haar geen Ikea, geen zesde hands bureau en bed, ze richtte haar kamer zelf wel in. Kruiwagens zand en kilo’s schelpen verspreidde ze over de vloer.
Ze schilderde Mesdagmuren vol trompe l’oeils van branding, wolken en horizon tussen verzilte kozijnen en een verweerde deur.
Toen het klaar was dwaalde ze over haar strand, verdwaalde, zag en zocht geen uitweg meer, blies windsporen en stormgeulen en was gelukkig.
Weken nam ze niet op, spijbelde van colleges, deed niet open.
Pas toen de crisisdienst riep dat ze zo graag wilden jutten op haar strand, liet ze hen vol verwachting binnen.

 

Gekozen op 26-5-2017 als een van de vijf beste ultrakorte verhalen van week 21 op de site Ultrakorte verhalen van Schrijven Magazine

Geografisch dement

Als iemand de weg vraagt naar het winkelcentrum vlakbij en op jouw aanwijzingen in het volgende dorp terechtkomt.
Als je in tien minuten bij je klant bent en over de terugweg een uur doet.
Als je op weg naar Frankrijk strandt op de VIP parking van vliegveld Zaventem.
Als je na de voorstelling belandt in een kleedkamer en die prachtige bezwete danser je voor de zekerheid begeleidt naar de uitgang.
Als je het huis van je vriendin weer niet kan vinden en een rits buurtkinderen je uitlacht.
Als je zeker weet dat deze kerk hier vorig jaar niet stond.  
 
 
Gekozen op 9-6-2017 als een van de vijf beste ultrakorte verhalen van week 23 op de site Ultrakorte verhalen van Schrijven Magazine