Inspiratie: de afgelopen week was het woord ‘SAMEN’ het thema van de Week van de Poëzie en tevens het Woord van de Week in de Facebookgroep Ultrakorte verhalen
Het is 1989.
Ik ben wat uitgekeken op mijn baan als medewerker gecoördineerd ouderenwerk en kom een vacature tegen voor de functie van coördinator SOS Telefonische Hulpdienst Dordrecht. (tegenwoordig: de Luisterlijn)
Een intrigerende functie.
Toch weifel ik: het is een HBO-functie, ik heb wel net mijn Hbo-diploma behaald maar als ik de taakomschrijving lees, lijkt dit me echt veel te hoog gegrepen.
‘Welnee, dit is je op het lijf geschreven’ vindt man.
Ik solliciteer.
Word uitgenodigd.
Vast een vergissing.
‘Ga toch maar’ zegt man: ‘dan kan je altijd daarna nog zien.’
De dag van het gesprek hebben mijn darmen en ik geen idee meer waarom ik solliciteerde.
Ik wil afbellen maar mijn vingers bellen man.
Ik bel hem zelden op zijn werk, dus loopt hij geschrokken zijn vergadering uit: ‘Wat is er aan de hand?’
Ik vraag hem: ‘Sorry maar waarom doe ik dit ook al weer?’
Ik hoor hem lachen, een sigaret opsteken en gaan zitten.
Dan noemt hij uitgebreid alle argumenten op waarom ik de perfecte persoon ben voor deze functie.
O ja.
Zucht.
Natuurlijk.
Het sollicitatiegesprek loopt als een trein.
Ik word aangenomen als coördinator, groei na een paar jaar door tot directeur.
Man heeft gelijk:
Van 1989 tot 1999 heb ik de leukste werkplek die er bestaat!
Ik leer vrijwilligers trainen en begeleiden en de organisatie door moeilijke tijden leiden.
Ik geniet van bijna alles wat op mijn pad komt: de mensen, het werk, de plek.
Maar het meest, tot op de dag van vandaag, van de vriendschappen voor het leven die daar en toen ontstonden.