Mijn moeder hield van taal.
Ze verzon voorleesverhaaltjes, schreef zelf gemaakte versjes op verjaardagskaarten, vrolijkte boodschappenlijstjes op met mensenwensen, maakte hilarische sinterklaasgedichten.
Ze schreef met humor, scherp, fantasievol, met rake observaties.
Over dagelijkse dingen maar ook over wereldrampen.
Op een novembermiddag in 1963, ik was tien, kwamen we uit school en zei ze: ‘Ga zitten, ik moet jullie iets voorlezen.’
De moord op president Kennedy was net gebeurd en had haar diep geschokt.
Vers van de pers las ze ons het gedicht voor dat ze er over had geschreven.
Nog steeds houdt ze van taal.
Ze leest gedichten van Toon Hermans en Annie MG Schmidt en geniet als ik opstellen of brieven van haar achterkleinkinderen voorlees.
Zelf gedichten schrijven gaat niet meer.
Maar boodschappenlijstjes schrijft ze nog als vanouds.
Toen ik gisteren bij haar kwam, lag het al klaar op tafel:
Jam
Dropjes
Goed humeur