Tulpenstelen schuin afsnijden.
Schikken in de groene vaas: ‘Zo goed?’
Je knikt.
Koffie zetten, melk kloppen.
Bedachtzaam drink je: ‘Lekker.’
Je begint een zin, hij verdwaalt tussen vroeger en vandaag.
‘Wil je een broodje? Pindakaas?’
Je knikt: ‘Lekker.’
Smeren met aandacht, beleggen met vandaag.
Verhalen over kwalen.
Je zucht: ‘Het lijkt wel of iedereen iets heeft.’
Ik sta op.
‘Ga je nou al?’
‘Ja.’
In de keuken afwassen, afdrogen, opruimen, koekjes terug in de trommel.
Aanrecht schoonmaken.
Jas aan.
Je ondergaat mijn omhelzing.
Ik zwaai, je knikt.
Zoals je ook knikte als ik gedag zwaaide en naar school ging.
Heel mooi! ❤
Dit doet me terugdenken aan mijn schooltijd heel lang geleden.
Dankjewel Patricia, wat mooi dat dit verhaal herinneringen oproept ❤️, goede hoop ik 😉
Ja toch wel hoor. 😊
Gelukkig!