Met een knipoog naar het onsterfelijke lied ‘Dikkertje Dap’ van Annie M.G. Schmidt:
‘Dag mevrouw, ik zie u wel kijken hoor, u denkt wat doet die giraf daar?
Dat zal ik u eens haarfijn vertellen.
Elke morgen tegen elven vlucht ik deze boom in.
Want dan komt die juffrouw met die kleuterklas.
Op zich gezellig hoor, niks mis mee.
En dat ze dan altijd Dikkertje Dap zingen, vind ik ook prima.
Maar er zit zo’n galbakje tussen, die heeft in dat rugzakje van hem een opvouwbaar trapje en als de juffrouw even niet kijkt, klimt hij over het hek en dan wil hij echt mijn nek als glijbaan gebruiken.
Leuk hoor, dat liedje van die mevrouw Schmidt, ze ruste in vrede, maar het slaat natuurlijk nergens op, het brengt die ettertjes maar op rare ideeën.
Het is hem warempel een keer gelukt om via dat trapje op mijn kop te komen.
Hij greep zich vast aan mijn oren en wilde zo langs mijn nek naar beneden glijden.
Maar daar stak ik een stokje voor, ik zwiepte hem zo terug het hek over.
Ik ben niet gebouwd op die rare fratsen, je zou er zo een nekhernia aan over houden en met mijn nek heb ik er dan direct twintig natuurlijk.
En daarom, mevrouw, als ik ze aan hoor komen, klim ik vast in die boom. Kunnen ze zingen wat ze willen.
Laat ze maar in mijn buurman klimmen, de lama, die heeft ook een lange nek.
Maar niet in mij.
Zo, ik zie dat ze weer weg zijn, dan kom ik weer naar beneden.
Goedemorgen mevrouw.’
VERRUKKELIJK!
IK LEER STEEDS MEER KANTEN VAN JE KENNEN!
??