Collectieve kelderkast

Met aangeprate schaamte en aangeleerd schuldbesef
koken we onze kwetsuren in hoge soeppannen
de klepperende deksels maken ons horendol, wonden
willen gehoord maar we draaien afgetobd het gas uit
onder de brij van graaiende handen gulzige monden
fluitende lippen en opdringerige geslachtsdelen

 

gepeperd met intimiderende sneren. Haastig proppen
we de stinkende smurrie in dikwandige weckpotten en
zetten die in brave rijen in onze kelderkast, waar het
betraliede raampje het daglicht amper binnen laat
tussen zoete stoofpeertjes en zure appelmoes:
de schamele oogst van nijver zwijgend overleven

 

tot de dag dat een van ons het stille gillen achter de
kelderdeur niet meer verdraagt, de deur in trapt, het
ondoorzichtig geworden raampje opent en de rond
dwarrelende wolken overjarige zwijgplicht naar buiten
blaast. Ze opent haar bestofte weckfles en laat haar
verhaal los op de wereld. Toen durfden wij ook.

 

24-3-2023
Dichtopdracht naar aanleiding van de poëzieles over dichter Willem Jan Otten

4 thoughts on “Collectieve kelderkast

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *