Een oase van ontploft zomergroen
siert wegen paden schuren huizen
de middagzon in de voortuin
warmt mijn gebogen rug
klein op mijn knieën
nietsziend verzonken in zomerdromen
trek ik gedachteloos met krabber en vingers
slierten mos en onkruid tussen de tegels uit
Tot ze mijn aandacht vangen
weerbarstige stipjes tussen sliertjes vergeeld gras
lavendelsprietjes grijsgroen opkomend in smalle tegelkieren
behoedzaam maak ik ze vrij
bescherm de naalddunne worteltjes
diep de stekjes langzaam op en
heet ze welkom
Wat zich zo stug een weg vecht naar het leven
verdient een beter plekje onder de zon
Prachtig.
Dankjewel Monique!