Eergisteren vierden Aaltje en ik dat we nu samen 160 zijn.
Met verrukkelijke aardbeienvlaai.
En besloten vervolgens dat we gewoon doorgaan met dichten.
Dit zijn de vijf woorden uit de eerste ronde (willekeurig geplukt uit ‘De goede zoon’ van Rob van Essen) die we elk verwerkten in een gedicht, een CorAaltje: Feestverschijning, Straten, Tijd, Vanzelf, Slaap.
Deze creëerde Aaltje:
Niet echt
Vanzelf val ik in slaap
Weer heb ik van die grote dromen
waarin verlangende paarden steigeren
een echo uit verleden tijd,-
het kleeft aan muren in de straten.
Gevangen als feestverschijning
draaf ik mee in glitter en gloed
vol pronkjuwelen behangen.
Zo ben ik niet klaag ik voortgedreven.
Zelfs niet in een droom.
—
En dit rolde er uit mijn toetsen:
Feestverschijning
Doelloos dwalend door de straten
van de stad waar ik ooit kind was
zie ik haar, op haar knietjes bij de
stoeprand, tongpuntje uit haar mond
schuift haar gebogen wijsvinger de
knikkers behendig naar de pot.
ik weet niet of ik waak of slaap maar
de tijd staat stil, ik zie mezelf in haar
wereld en juich als vanzelf: gewonnen!
mooi toch?.Je hebt het goed opgelost in de titel.Mooi gedicht hoor!
Liefs.Aaltje
Ja, goed gelukt 😉, we raken er bedreven in 🥰
Zo verschillende gedichten en allebei zo mooi💐
Ja, wonderlijk hè? Dankjewel 🙏 ❤️