Starend in de stromende regen vangt
mijn blik de druppels, volgt hoe ze
zwellen elkaar zoeken in slordige slierten
wegen banen langs het raam, als tranen op
een wang voor ze van een kin vallen.
Slenterend langs bomen met ogen,
verstopt achter sluike takken, komen dromen,
baar ik binnenpretjes die doldwaas in me
gisten groeien dartelen. Gniffelend volg ik ze:
ontdekkingsreiziger in mijn binnenste.
Ik koester ze in me tot de dag dat een leger
volwassen visies mijn muren bestormt. Mijn
verzet breekt, ik laat mijn kindjes los, zwaai
ze zorgelijk na, onderga gelaten vreemde blikken,
ongemakkelijk zwijgen, pijnlijk onbegrip maar
soms ook lach en lof.
15-7-2016