Landt een uil in een olmtop,
tobt over zijn bijziende blikveld en
de vergeetgaten in zijn kop.
Roept naar de grazende ezel beneden hem:
‘Geef me je geheim voor geluk.’
De ezel pogoot op alle vier zijn poten en
balkt: ‘zwiepstaart zwaarte weg,
waai met alle winden mee en DANS.’
De aarde dreunt, de olm kreunt,
de uil hip hopt op de hoogste tak,
draait op een poot rond en stort ter aarde.
‘Koekoek’ oehoet de ezel.
Topper deze
Dank!
Prachtig weer Cora?
Dank, Corry!
Heerlijk! Leest hardop ook lekker! ?
Ha, dankjewel Remke, ik lees zelf tijdens het schrijven altijd hardop wat ik schrijf: een gedicht moet ritme hebben, en deze deint lekker met uil mee hè?
Ja, het ritme is heel mooi!
Oehoerend mooi. O, dat is een raar woord. Nou ja, je snapt me wel 😉
? en hard ook, als je het luid en uilig declameert ?! Ja hoor ik snap je ?
Haha, ja ?
Dag dichtvriendin, Hij is schitterend! Hoe jij toch iedere keer weer iets volslagen anders uit je toverdichtdoos te voorschijn haalt!
Mooi.
Ha, een compliment van de meester, dank, dank! Dat vind ik juist zo leuk: steeds andere vormen proberen.
Echt heerlijk hardop te lezen. Prachtig geschreven, Cora!
Dank Ellie!