Er zijn

Kleinzoon Louk is na zijn laatste epileptische aanval en een dagje thuis bijkomen, weer aardig opgeknapt.
Dat zien de leidsters op het kdc ook: hij komt vrolijk binnen en doet goed mee met het praten en zingen in de kring.
Daarna pakt hij zijn pakjes met dierenkaartjes uit de kast, zoekt zijn kleed, gaat zitten en spreidt rustig en geconcentreerd de kaartjes uit in een van zijn onnavolgbare composities.
Zijn groepsgenoten spelen ook, elk op hun eigen plek en wijze.
Behalve Loesje, ze jammert zachtjes in haar rolstoel, groepsleidster Marion zit bij haar en aait en troost haar zachtjes.
Tijdens zijn spel kijkt Louk af en toe naar hen.
Ineens staat hij op, verzamelt zijn kaartjes, stapt naar Loesje, gaat naast haar rolstoel op de grond zitten en legt daar zwijgend zijn kaartjes uit.
Marion vertelt hem dat Loesje een beetje pijn heeft en rust nodig heeft en dat hij daarom beter weer naar zijn eigen plekje kan gaan.
Louk speelt stoïcijns door.
Fluisterend maant Marion hem nog een keer maar Louk reageert niet op haar woorden, zorgvuldig legt hij de tijger naast de giraf en de koe.
Marion peinst even en besluit Louk te laten, ze troost Loesje, doet een stapje terug en kijkt toe, klaar om in te grijpen.
Dat is niet nodig.
Loesjes gejammer dooft langzaam uit, ze dut in.
Af en toe opent ze haar ogen en kijkt naar Louk.
Die wijst en zegt zachtjes: koe, tijger.
Haar ogen vallen weer dicht.
Als Loesje diep in slaap is, verzamelt Louk al zijn kaartjes en gaat terug naar zijn eigen plekje.

 

Louks woordenschat is uiterst beperkt maar hoeveel woorden heeft een mens eigenlijk nodig?
De zeggingskracht van ‘er zijn’ is zoveel groter …

 

 

10-6-2024

6 thoughts on “Er zijn

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *