We staan op het balkon, blazen in zeepsop en kijken de wegzwevende bellen na.
Dan stokt kleinzoons blik.
‘Waar kijk je naar, Louk?’
Hij wijst naar de tuin beneden, een meters hoge stadsjungle die ons balkon nog net niet heeft bereikt.
Resultaat van de tuinvisie van de benedenburen waarin snoeien en onkruid wieden niet voorkomen.
Ik volg zijn vinger en staar naar de groene chaos.
‘Wat zie je?’
‘Tijger’, zegt hij.
Zijn vinger blijft wijzen naar een plek midden in het groen.
Louk zegt nooit zomaar iets en jokken of fantaseren zitten niet in zijn aard.
Dus tuur ik, knipper met mijn ogen, tuur weer.
‘Een tijger, Louk?’
Geduldig herhaalt hij: ‘Tijger. Oma kijken.’
Hij zwaait naar de tijger, glimlacht.
Ik concentreer me, ik wil zien wat hij ziet!
Het duurt even, ik twijfel, beweegt daar iets?
Het is als met een woord waar je niet op komt, het ligt op het puntje van je tong maar komt niet verder: er ligt een tijger op een puntje van mijn netvlies.
Ik moet gewoon nog beter mijn best doen.
Zie ik daar iets bruingeel gestreepts bewegen?
Ja.
Echt waar.
Bijna.
——————————–
Lezer, geniet je zonder vragen van dit verhaal? Lees dan niet verder!
Als dit verhaal vragen oproept, lees dan door. Ik geef wat achtergrondinformatie die wat tipjes van de sluier oplicht. Een paar, niet alles …
Nog dagen mijmerde ik door over dit voorval, over wat Louk wel zag en ik niet:
-Louk is geboren en groeit op in Rotterdam Noord en is dol op wilde dieren: olifanten, apen, giraffen en, jawel: tijgers.
Hij bezoekt ze vrijwel wekelijks in diergaarde Blijdorp, bijna om de hoek.
En, niet gehinderd door kennis over eigenschappen, eetgewoonten of de natuurlijke habitat van tijgers, is het voor hem net zo gewoon dat hij naar de tijgers gaat als dat de tijgers naar hem komen.
-De tuin van de benedenburen lijkt op het buitenverblijf van de tijgers in Blijdorp.
-Maar: toen dit gebeurde was er geen tijger ontsnapt uit Blijdorp.
-Ander aspect van dit verhaal:
Epileptische verschijnselen veroorzaken bijzondere sensaties in de waarneming.
Onlangs las ik een recensie over de film ‘Ik ben er even niet.’
In deze film beantwoorden vier jongvolwassen epilepsiepatiënten de filosofische vraag: ‘waar ben je, wanneer je er niet bent?’
Ze vertellen wat zij ervaren tijdens absences (een lichte vorm van epilepsie).
Een citaat:
‘Mensen met absences zien van alles. Wolven. Een soort oneindige broccoli. Zwarte gaten waarin ze verdwijnen. Echt van alles.’
Louk heeft een ernstige vorm van epilepsie.
Wat hij ervaart tijdens epileptische aanvallen en absences, kan hij niet vertellen.
Daar heeft hij de woorden niet voor.
Hij wijst gewoon naar de tijger in de tuin.
Lieve Cora , ik geniet van je schrijven. Top idee om via de mail jezelf aan te kondigen.
Ook nu zie ik je staan samen met Loek op het balkon.
Dank, dat je mij als lezer mee neemt in een klein stukje leefwereld van Loek .
Dank Nieske!
Ik geniet zonder meer van dit Louk verhaal. Ik was beneiuwd naar het vervolg en las het hele verhaal.
Heel interessant. Dank je.
Fijn! Dankjewel Patricia!
Wat ik zo mooi vind van de verhalen over Louk, is dat ik in gedachten jouw stem hoor en hoe je trots je op hem bent.
Het zijn de kleine dingen die het doen!
Wat een lieve reactie Corry! Dankjewel ?
Mooi?! Goed dat je ook een ander aspect zo duidelijk weergeeft ??
Dankjewel!