Uit de terminale thuiszorg
Het is 24 december en ik heb de komende week bereikbaarheidsdienst.
Ik heb alle boodschappen in huis voor een kerst met veel bezoek en kruid het vlees voor de sudderlappen als mijn werktelefoon gaat.
Een jongensstem stottert, zenuwachtig met hoge baardindekeeluitschieters: ‘Met Wim, wanneer komt de vrijwilliger, ik ben het rooster kwijt.’
Ik zet het vlees laag en zoek het rooster.
Ik stel hem gerust: over een uurtje komt Maia.
We praten nog even, hij kalmeert, hij vindt het fijn dat Maia komt.
Dat snap ik helemaal, Maia is een rots in elke branding, rustig, kordaat, met een moederlijk warme manier van omgaan met deze jongen.
Vandaag is het een week geleden dat de thuiszorg ons belde of we vrijwilligers konden inzetten bij een terminaal zieke mevrouw en haar inwonende kleinzoon.
Ik maakte meteen een afspraak voor een intakegesprek en ontmoette diezelfde middag nog een lieve oude doodzieke vrouw in een hoog-laagbed en een ongelukkig ogende puber.
Haar dochter, zijn moeder, woont in België.
Als ik vraag of ze wel eens komt, valt er een ongemakkelijke stilte.
Ik vraag niet door, heb van de thuiszorg al begrepen dat de situatie al vele jaren gecompliceerd is.
Mevrouw wil niet naar een hospice, ze wil zo lang mogelijk voor haar kleinzoon zorgen.
Dat de rollen nu in feite omgedraaid zijn, is voor beiden nauwelijks te accepteren. Kleinzoon is alleen, er zijn geen andere mantelzorgers.
Hij spijbelt al weken van school, is dag en nacht bij zijn oma maar trekt het niet meer.
De thuiszorg komt het maximale aantal uren, ’s nachts is er nachtzorg maar er is behoefte aan iemand die tijd heeft en rust brengt.
De inzet van VTZ-vrijwilligers is een goede oplossing.
Ik heb al vele intakes gedaan en inzetten georganiseerd maar merk dat deze situatie, deze twee mensen, een snaar raken in me.
Het is een ingewikkelde klus om een rooster te organiseren vlak voor de feestdagen maar het lukt: elke dag komen er een of twee vrijwilligers bij oma en kleinzoon.
Die moeten even wennen maar na een paar dagen zijn ze blij met de vrijwilligers. Samen met kleinzoon verzorgen ze mevrouw, die zienderogen achteruit gaat.
Wat misschien nog wel belangrijker is: ze zijn er ook voor kleinzoon, vooral Maia heeft een goed contact met hem.
Aan Maia vertelt hij bij stukjes en beetjes zijn voorgeschiedenis, ‘maar ik mag het aan niemand vertellen’ zegt ze tegen me.
Begrijpelijk, ik ben blij dat ze zijn vertrouwen gewonnen heeft.
Ik ga verder met mijn kerstvoorbereidingen.
Als ik ’s avonds uitgeteld voor de tv hang, klinkt mijn werktelefoon weer.
Maia: ‘Cora, ik ga iets doen wat tegen de regels is maar ik doe het toch.’
Ik grinnik, waardeer haar eerlijkheid: ‘Maia, vertel!’
Maia vertelt: de nachtzorg heeft afgebeld in verband met griep. Dat is een probleem want mevrouw gaat hard achteruit, haar overlijden zal niet lang meer duren. Kleinzoon durft niet alleen te blijven bij zijn oma.
‘Nou Cora, nou zijn er twee keuzes: of ik blijf zelf vannacht of ik bel die dochter over wat hier gebeurt. En ik weet dat wij als vrijwilliger ’s nachts niet mogen werken en dat we ook niet op eigen houtje familieleden van cliënten mogen bellen. Maar ik ga het toch doen.’
Tuut tuut tuut.
Ik peins, ze zet me voor het blok.
Wat te doen?
Ik besluit niets te doen en te vertrouwen op Maia’s gezonde verstand.
De hele nacht ligt mijn werktelefoon naast mijn bed, ik slaap licht.
De volgende morgen belt Maia me om tien uur.
Ze vertelt: ze heeft de dochter gebeld dat haar moeder op sterven lag en haar zoon er alleen voor stond. Als de dochter niet reageert, beëindigt Maia het gesprek.
Ze gaat samen met kleinzoon bij het bed zitten van mevrouw, hij houdt de hand van zijn oma vast, Maia zijn hand.
Een paar uur later gaat de bel, dochter komt binnen en schuift zwijgend aan.
Maia zet koffie voor haar, vraagt of ze kan gaan maar moeder en zoon vinden het fijn als ze blijft want ze hebben nog nooit een overlijden meegemaakt.
Maia blijft, stelt ze gerust als de ademhaling van mevrouw vertraagt, vertelt ze dat dit er bij hoort.
Als mevrouw is overleden, belt ze de dokter.
Ze blijft tot de dokter er is en ze heeft gezien dat moeder en zoon het samen wel redden.
Dan gaat ze naar huis.
‘Ik ben net wakker en dacht, ik moet jou eerst maar bellen want ik heb natuurlijk alle regels overtreden maar ik moest het doen en als je me uit de VTZ zet, snap ik dat best hoor.’
Dan pas schiet ze vol.
Ik ook, even.
Dan stel ik haar gerust: ja, ze heeft VTZ-regels overtreden. Maar ze heeft ook drie mensen op het moeilijkste moment van hun leven samen gebracht en geholpen. Dat is onbetaalbaar en weegt tegen alles op.
Later op de dag breng ik haar het kerstboeket dat bij mij op tafel stond.
Oh Cora wat vertel je dit verhaal weer op zijn Cora’s, oftewel prachtig en ontroerend. Brok in mijn keel. Dank je wel.
😍😘 dankjewel Monique ❤
Ontroerend,maar ik begrijp de vrijwilligster en haar beslissing,
Mooi geschreven Cora
Ik óók, Corry, regels zijn goed maar soms niet!
Mooi en ontroerend Cora😪
En natuurlijk liet jij (mede-)menselijkheid zegevieren boven regels. Je zou niet anders hebben gekund, denk ik.
En dankzij jouw vertrouwen in Maia’s gezonde verstand kon dit mooie kerstverhaal plaatsvinden!
Toch was het een lastige afweging, kiezen voor vertrouwen … Gelukkig pakte het goed uit.
Je hebt het onnavolgbaar geschreven lieve Cora. Wat een stel goede vrouwen. En dan jij met je sudderlapjes op de achtergrond, prachtig beeld!
Dit, waar jij over schrijft is waarom ik van je hou. Dat dus.
Liefs Aaltje
❤ dank, Aaltje
Een prachtig kerstverhaal, Cora. Er gebeurt zoveel achter deuren … Mooi, jullie samenwerking en goud, zo’n vrijwilligster.
Dankjewel, ❤ Remke, klopt helemaal wat je zegt!
Soms is het nodig regels aan de laars te lappen, gaan mensen voor!
Ja, er is een grijs gebied waarin vooral fingerspitzengefühl de weg wijst …
Dit is een triest maar mooi kerstverhaal dat mensen op het cruciale moment samenbrengt gewoon door iemand die heel menselijk handelde. Ik kreeg tranen in de ogen van ontroering.
Je reactie ontroert me, Patricia! Je samenvatting klopt helemaal ❤