Afscheid van de 14 DZ KN

Manlief was gek op auto’s, ze zaten in zijn genen en in zijn bloed.
Dus versleten wij auto’s, hij reed ze en genoot ervan.
Ik ben geen automens, nooit geweest, ik onthoud geen automerken, laat staan types, maar heb wel een tic voor nummerborden.
Zo hadden wij de 9060XX, 37HZ50, NR46VK, PH54GN, FN52SR, KB50PV.
Vaak zat ik naast hem verwonderd te kijken hoe hij veranderde als hij auto reed: hij versmolt met het blik, een zelfverzekerde opgewekte samengeklonken eenheid.
Mits het klikte.
Waar dat in zat begreep ik nooit maar ik zag het voor mijn ogen gebeuren: de kleine lichtblauwe Toyota was een slechte match, parkeren, inhalen, schakelen, het ging niet soepel, ze irriteerden elkaar.
De grote donkerblauwe Opel Rekord daarentegen zat hem als gegoten.
Zo kwamen en gingen er auto’s, tweedehandse maar naarmate het ons beter ging, wel steeds betere.
Dat de laatste een gloednieuwe was, kwam omdat ik hem een keer vroeg wat nou helemaal het verschil was tussen het rijden in een nieuwe en in een tweedehandse auto (hoor mijn sceptische onbegrip).
Zijn antwoord herinner ik me niet, wel dat zijn ogen glansden en er iets dromerigs in zijn blik kwam: oh, een gloednieuwe auto te bezitten, al was het maar een keer in je leven….
Niets begreep ik van dat verlangen maar ik smolt bij zijn aanblik: vooruit, we konden het ons op dat moment eindelijk permitteren en als hij dat nou zo graag wilde?
Dus kwam daar de gloednieuwe Peugeot, de 14 DZKN (‘deze kan’ maakte ik daar meteen van).
Een gedenkwaardige mijlpaal vond hij dit, dus moest ik mee om de auto op te halen.
Een onvergetelijke ervaring: ik was me er niet van bewust dat wij een prestatie hadden geleverd en was dan ook stomverbaasd dat de supervriendelijke garage eigenaar ons feliciteerde en onthaalde op koffie, gebak en champagne en mij een groot boeket overhandigde.

 

Man genoot intens, zij het kort, van zijn nieuwe auto, anderhalf jaar later overleed hij.
Ik moest van de auto af en vroeg twee maanden daarna de garage eigenaar of hij de auto terug wilde nemen.
Die was daar niet happig op, wist ik niet hoe slecht de automarkt ging en hoe weinig deze auto’s opbrachten.
O, echt? Of werd ik hier gepiepeld?
Toch zette ik door.
Op een vrijdagmiddag belde hij aan.
Schutterig en met neergeslagen blik condoleerde hij me, nee hij wilde niet zitten en koffie hoefde hij ook niet.
Ik gaf hem de autopapieren en de sleutels, kreeg een berg groezelige briefjes van honderd gulden in mijn handen gedrukt en weg was hij weer.
Schriller kon het contrast niet zijn tussen de aankoop en het afscheid van de 14DZKN.

 

 

 5-6-2017

Leave a Reply

Your email address will not be published.

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.