Wat me wakker maakt, weet ik niet.
De hitte van gisteren zindert na in de zolderkamer, het open raam biedt geen zuchtje verkoeling.
Ik lig stil, bewegen betekent zweten.
Als mijn ogen gewend zijn aan het donker, kijk ik rond, recht in twee lichtgevende gele ogen die me aanstaren vanaf de vensterbank.
Hoe lang al?
Ik gil, gris een t-shirt van de grond, schud het snurkende lijf naast me wakker en krijs: ‘Wát ís dát?’
Hij kijkt.
Hij grinnikt.
Stapt uit bed, pakt het mauwende monster in zijn nekvel en zet het terug in de dakgoot.
Sluit het raam.
Geweldig verhaal, 🌹
🙂
dankjewel Corry!
Mooi verhaal Cora!!
😊dankjewel Hannie!
1 van de katten van achterbuurman destijds :D, toch knap dat die op het dak wist te komen
Ja klopt, zat daar stoïcijns op de vensterbank of hij daar hoorde 😉🤣