In een stijf gestreken witte doktersjas strooide hij met begrippen als met pepernoten: reumatoïde artritis, chronisch, progressief, goudinjecties, Prednison.
Geïmponeerd en niet begrijpend staarden ze hem aan, met open mond.
De coassistent, in een gekreukelde witte jas boven een vale spijkerbroek, pakte het anders aan:
‘Heeft u kinderen?’
‘Ja, twee jongetjes.’
‘Fijn, jongens, dan kunnen zij later uw rolstoel duwen.’
Hoewel ze deze boodschap wel begrepen, staarden ze ook hem met open mond aan.