Zijn ogen lichten op: ‘Ha, ben je daar.’
Hij loopt langzamer dan de vorige keer, wankelt af en toe, zoekt houvast aan de gangmuur.
Vandaag mag ik helpen met koffie zetten.
Als we zitten, vraag ik hoe het gaat.
Hij vertelt over nieren, doofheid, evenwicht, traagheid, huidtumoren, suikerziekte.
Hij ziet me fronsen.
Gaat verzitten.
Zijn ogen twinkelen: ‘Veel hè? Maar weet je wat zo fijn is?’
Hij laat een stilte vallen.
Ik schuif naar het puntje van mijn stoel.
Net als vroeger, als hij vertelde over zijn puberstreken in de oorlog, hang ik aan zijn lippen.
Grinnikend vervolgt hij: ‘Je krijgt het allemaal gratis. En je mag het allemaal houwen!’
Ja, zo simpel is het. Mooi geschreven, lieve Cora.
Doorgaan!!
😊❤️ dankjewel Aaltje
Pffff, het zal maar echt zo zijn,😉
Ik ben bang dat hij gelijk had 😉❤️