Begin mei regent het dagenlang en dus begin ik eindelijk aan een jaren uitgestelde klus.
Ik installeer me op zolder tussen dozen die daar tientallen jaren stof hebben kunnen vergaren.
Een voor een open ik ze, stof dwarrelt op, niezend blader ik door papieren, foto’s, documenten, tekeningen, agenda’s: restanten van lang vervlogen levens, waarvan ik een deel op afstand mee beleefde.
Uren vliegen voorbij, af en toe sta ik op, rek me uit voor het open raam, adem diep de frisse vochtige lentelucht van 2023 in.
Soms stofzuig ik, sop, zeem, ga een eindje om, drink koffie.
Ga verder.
Vandaag duik ik in een doos met agenda’s uit de jaren dertig, veertig en vijftig van de vorige eeuw.
Ik kijk ze door, schud ze uit, af en toe rollen er fotootjes uit, meestal naamloos, en bidprentjes, veel bidprentjes, met mij onbekende namen.
Steeds sneller gaan ze door mijn handen, vliegen mijn ogen over de inhoud.
Het rode RPS-agendaatje met 1954 op de voorkant krijgt dezelfde behandeling.
Ik blader er vliegensvlug doorheen, het lijkt leeg, kan weg.
Dan vangen mijn ogen in een flits een tekening.
Ik vertraag, wat was dat?
Open de agenda opnieuw.
Op de binnenkant van het voorblad zie ik een kleine tekening van een babyhoofdje, in doeken gewikkeld, de ogen gesloten, uit het neusje een zuurstofslangetje.
Ik hou mijn adem in, ontroerd door de subtiele, bijna tedere potloodlijnen.
Eronder staat in kleine keurige letters: Paultje 12-2-54.
Langzaam blader ik verder.
Merk op dat de blaadjes tussen 19 januari en 15 februari ontbreken, evenals die tussen 19 februari en zeven maart.
Op donderdag18 maart lees ik een boodschappenlijstje:
Vanillewafels Verkade
e.a gemengd
trommeltje!
pond Bananen
Dan beland ik bij het binnenblad van de achterkant.
En zie een kleine tekening van een zichtbaar pasgeboren kindje, de vorm van het hoofd nog getuit, zoals je dat wel ziet na een tangbevalling.
Ook hier dat zuurstofslangetje in het neusje.
Op de eerste tekening oogde het kindje vredig, hier niet, pijn spreekt uit de potloodlijnen.
Notities naast en onder de tekening, hier is het handschrift niet keurig recht maar schuin, met lange slordige uithalen:
’11-2-45 (noot: dit is een agenda van 1954, zijn hier wellicht in de consternatie van de gebeurtenissen de 5 en de 4 verwisseld?)
uit zichzelf gehuild
ca 3 uur goed gehuild na spuit
kleur goed
Kreunen moet verdwijnen
Verder is de agenda leeg.
Geen naam van de eigenaar, geen adreslijsten.
Geen afspraken voor ontmoetingen of werk, feestjes, vakanties of verjaardagen.
Een paar dagen later vind ik, in een andere doos, afschriften:
Een afschrift: ‘In het register van geboorten der gemeente Haarlem is ingeschreven: Paulus Adrianus Bavo van Berendonk geboren op 11 februari negentienhonderd vier en vijftig.’
Een afschrift, akte A 216: ‘Uit het overlijdensregister der gemeente Haarlem blijkt dat aldaar op dertien Februari negentienhonderd vier en vijftig is overleden: van Berendonk, Paulus Adrianus Bavo, oud twee dagen.’
Het kreunen is verdwenen.
Och…
Liefs Aaltje
Ja ❤️
Ontroerend en precies de reden dat ik bijna niets kan wegdoen. Alsof ik met dat wegdoen die mensen een beetje wegdoe, ze er niet meer toe doen. Ik weet dat dat onzin is, dat is me meermaals voorgehouden, maar zo voelt dat voor mij. Het raakt me en ik vind het mooi geschreven!
Dankjewel Elka! Het zijn inderdaad de spaarzame cadeautjes zoals deze agenda waardoor opruimen zo traag verloopt 😉❤️
Ach Cora, wat verdrietig. Wel mooi getekend. Wist je niets van dat kindje?
Jazeker, Paultje werd destijds regelmatig genoemd, hij hoorde er echt bij. Gelukkig 🙂