Wij hadden een gewoonte: als de ander vroeg: waarom hou je vandaag van me? mocht je alleen iets origineels zeggen.
Dat lukte, we werden erg goed in het verzinnen van alternatieven voor ‘ik hou van je.’
Maar als ik hem vroeg: waarom hou je van zweefvliegen? haperde hij.
Hij noemde het gevoel van vrijheid, los zijn, geluk.
Maar eindigde meestal met: ‘daar zijn geen woorden voor.’
Tot hij het gedicht ‘High flight’ van John Gillespie Magee tegen kwam: ‘die laatste regels, die komen in de buurt’:
’And while, with silent lifting mind I’ve trod
The high untrespassed sanctity of space,
Put out my hand, and touched the face of God.’
Vele jaren later hoorde ik ‘The lark ascending’ van Ralph Vaughan Williams en wist: deze muziek zegt waar hij geen woorden voor vond.
Tijdens zijn ziekte bleef hij zweefvliegen.
Ook toen hij zienderogen verzwakte, wilde hij naar Terlet.
Toen hij niet meer zelf reed, brachten oudste of een van de vliegvrienden hem naar Terlet.
Hij vloog tot ook dat niet meer ging.
Zittend in zijn gele stoel keek hij toe hoe zijn vrienden vlogen en genoot zichtbaar.
Weinig sprak hij over zijn naderend einde, wel zei hij eens dat een ‘fly-over’ bijzonder zou zijn.
Die kreeg hij.
En bijzonder was het:
Op 7 september 2001 brachten zijn vliegvrienden het zweefvliegtuig waarin hij het liefste vloog naar de begraafplaats.
De dragers reden hem in zijn kist van de rouwauto naar het vliegtuig.
Staande bij de kist en het vliegtuig keken we omhoog: een zweefvliegtuig vloog, voortgetrokken door een sleepvliegtuig, een wijde cirkel boven de begraafplaats.
Beide bewogen hun vleugels op en neer: een ‘final salute’ aan hem.
Door al het verdriet heen wist ik: dit is goed, een mooier afscheid bestaat niet.
Maanden later hoorde ik over de uitgebreide voorbereidingen voor deze ‘operatie’, vastgelegd in een lijvig draaiboek:
Officiële toestemming was nodig, stijg- en landverklaringen om op die dag op dat tijdstip op die plek het luchtruim te mogen betreden.
De route, inclusief alternatieven bij geen, weinig, of wegvallende thermiek, vanaf de Veluwe naar deze begraafplaats in het Groene Hart, werd na grondig onderzoek bepaald.
Die route werd onder andere bepaald door die landingsmogelijkheden: boeren werd gevraagd of, in noodgevallen, op hun grond geland mocht worden, ging iemand niet akkoord (en dat gebeurde) dan moest de route worden aangepast.
Een rooster werd opgesteld: welke vliegers bezochten de uitvaart, welke wilden en konden vliegen, wie begeleidde hen vanaf de grond, en reserves voor elk van hen.
Alles verliep vrijwel vlekkeloos.
Ik blijf hen dankbaar daarvoor.
December 2019
Het leven gaat door.
Leven zonder hem blijkt mogelijk, vindt zijn vorm.
Op een kille decemberdag in 2019 bezoeken zonen en ik de uitvaart van een dierbaar familielid.
Als we bij het graf staan en luisteren naar het gedicht ‘De steen’ van Bram Vermeulen, dat wordt voorgedragen, klinkt in de verte een zacht gezoem.
Ik kijk omhoog, stoot zonen aan: een motorzwever vliegt over.
De motor veroorzaakt het gezoem, natuurlijk is er geen thermiek op deze druilerige natte decemberdag.
Er zullen aardse verklaringen zijn waarom er midden in de winterstop (zweefvliegtuigen gaan de opslag in van eind oktober tot eind maart) nu en hier een zweefvliegtuig overvliegt.
Maar wij glimlachen en knipogen naar elkaar.
Troost kent vele vormen.
Wat een vrienden! Prachtig. En zo belangrijk voor jullie verwerking.
Daar heb je helemaal gelijk aan Vivian!
Ik lees dit en heb eigenlijk geen woorden, wel tranen in mijn ogen en kippenvel. Hoe ontroerend mooi.
Dankjewel Ellie! Dit verhaal heeft een jarenlange suddertijd nodig gehad voor de woorden zich vormden en in de juiste vorm naar buiten kwamen.